Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 0 Aangemeld: n.v.t.
Beoordeling: Stemmen: 1 | Gepost op maandag 07 november 2011 - 05:52 pm: | |
zal Juliette de meiden nog zien na -of vanwege- hun 'onderonsje'? |
Ze waren op weg geweest naar de eetzaal voor het avondeten: zij, Juliette en de meiden. Die waren nog zo lekker giebelig. Warm en rozig van de liefde die ze elkaar gegeven hadden. Waar zij getuige van had mogen zijn, geknield naast het bed. Zo mooi. Ze hield van hen. De eetzaal zou Juliette echter niet bereiken. Op de overloop werd ze door Dora tegengehouden. Dora: ze kon nog steeds niet anders aan haar denken dan als haar dienstertje. Als kostschoolmeisje had Juliette natuurlijk geen dienstertje. Maar ja, ze had haar voor het eerst ontmoet toen ze nog een ‘mevrouw’ was. En ze wàs toen door haar aangekleed. Bovendien was Dora, toen en nu, als één van de weinigen niet gekleed in een kostschooluniform. Wat logisch was want ze was geen lerares maar slechts een bediende. Toch voelde het heel erg fout om aan haar te denken als ‘haar’ bediende. Alsof dàt haar minder maakte dan zijzelf. Misschien stond Dora dan wel onderaan de kostschoolhiërarchie, de meisjes hadden haar toch maar mooi te gehoorzamen. Ook Juliette. Dus toen Dora gebaarde haar te volgen, deed ze dat zonder protest. Met spijt keek ze de meisjes na toen ze Dora de trap weer op volgde. Waarom werd ze weer bij hen vandaan gehaald? Wat had Dora voor haar in petto? “Dora?” Ze kon het haar toch gewoon vragen? “Waarom moet ik met je mee?” Dora legde zwijgend haar vinger op haar lippen. Nou ja, dan zou ze fluisteren. “Dora, wat gaat er met me gebeuren.” Dora schudde haar hoofd. “Wat nee? Toe, vertel het me.” Maar Dora reageerde niet meer. Ze gingen de privé-vertrekken van de Directeur binnen op de eerste etage. Oh nee, niet weer. Ze wilde niet weer alleen opgesloten worden. Bovendien, ze had echt trek. Ze wilde samen met de meisjes eten. “Dora, ik wil niet nu al gaan slapen. Ik heb trek. Alsjeblieft, breng me naar de eetzaal.” Maar Dora reageerde nog steeds niet en deed de deur van de logeerkamer open. Hoeveel nachten had ze daar nu al niet geslapen? Eerst gebonden aan polsen en enkels zodat ze zichzelf niet zou kunnen aanraken daar waar ze dat ‘s avonds in bed zo graag deed. Later in haar witte nachthemd als kostschoolmeisje. Maar altijd alleen, en altijd hier, nooit bij de anderen. Dora ging naar binnen, maar ze volgde niet. Ze wilde niet. “Ik wil niet nu al slapen, Dora.” Dora draaide zich om en keek haar zwijgend aan. “Ik heb honger, alsjeblieft, laat me naar de eetzaal gaan...” Ze hoorde het dreinende toontje in haar eigen stem. “Ik wil bij de andere meiden zijn. Niet hier.” Oh ja, ze zeurde nu onmiskenbaar. ‘Ik wil niet, ik wil niet.’ Durfde ze dat? Roepen en tegelijk erbij stampen? Wel heel erg kinderachtig. Ze was natuurlijk een kostschoolmeisje. Maar geen kleuter! Toch voelde het alsof dit de enige uitweg was die Dora haar bood: zich aanstellen als een verwend klein kind. Verdorie, het dienstertje keek haar zo uitdrukkingsloos aan. Wat wilde ze dan van haar? Of zag ze niet het kostschoolmeisje dat voor haar stond, maar de ‘mevrouw’ er achter? Maar ze was een kostschoolmeisje! Zo was ze gekleed, zo voelde ze zich, zo mocht ze zich gedragen. Niet als haar ‘mevrouw’. Even werd het stil en bewogen geen van beiden. “Alsjeblieft?” probeerde Juliette nog even smekend. “Waarom zeg je nou niks? Hier mogen we toch wel praten?” Maar ook dat hielp niet. Nou ja, het maakte wel dat Dora eindelijk in beweging kwam en haar hand pakte, om haar vervolgens zachtjes de kamer binnen te trekken. Ze deed de deur achter zich dicht en begon Juliette uit te kleden. Zonder haast te maken, onverstoorbaar en nog steeds zonder iets te zeggen. Eerst haar blazer, dasspeld en blouse. Vervolgens zittend op een krukje de kleding onder haar middel. Gelaten liet Juliette het gebeuren. Ze zou vanavond weer alleen zijn. Alleen in haar bed, ver van de gezellige drukte van de kostschool. Niet samen eten, niet samen slapen, en vooral: niet samen ouwehoeren.... Een traan drupte langzaam langs haar wang naar beneden. Waarom maakten ze haar eerst een kostschoolmeisje om haar daarna die status toch steeds weer te ontnemen? Waarom, waarom toch? Ze kon haar gedachten niet stop zetten en realiseerde zich dat ze stil voor Dora stond te huilen. Terwijl die allang klaar was met haar uit te kleden. Ze schaamde zich diep en beet op haar lippen toen ze Dora aankeek. “Waarom moet ik zonder eten naar bed?” Dora schudde ontkennend haar hoofd. “Waarom deed u toch niet wat ik u vroeg?” Eindelijk had Dora gesproken. Haar woorden waren verwijtend, maar haar toon was volstrekt uitdrukkingsloos. Naakt keek Juliette op haar neer. Haar dienstertje. Ze voelde zich geen kostschoolmeisje meer. Maar ook geen mevrouw. Ze was nog minder dan haar dienstertje: hier naakt voor haar een potje te staan grienen, hoe diep kon je zinken? Ze was het niet waard om hier te zijn. Maar weglopen wilde ze ook niet. Mocht ze ook niet, dat wist ze zeker. Maar wat kon ze wel doen? Ze had in alles gefaald. Moest ze voor haar knielen? Kruipen? Om vergeving smeken? Naakt stond ze voor Dora: net zoals elke dag bij het opstaan en naar bed gaan. Maar waar was het contact van weleer? Was ze eerder niet door Dora bewonderd? Eerst als haar Mevrouw, daarna als onschuldig kostschoolmeisje? Had die bewondering haar toen niet geholpen? Immers, een meisje te moeten gehoorzamen die zich helemaal onderaan de maatschappelijke ladder bevond. Een meisje met wie ze in haar vorige leven niet sprak, aan wie ze alleen maar opdrachten gaf. Ze had zich ontredderd en vernederd gevoeld. Dora’s onuitgesproken bewondering had die gevoelens verzacht. Van bewondering was bij Dora nu geen sprake. Noch van medelijden, of zelfs maar bezorgdheid. Van niets eigenlijk. Hoe kon iemand zo zonder gevoelens kijken? Of leer je dat als je een dienstertje bent vanzelf? Maar als dat zo was: waarom deed ze dat dan naar haar toe? Moest ze dan haar gewoon maar vragen of ze haar nachthemd mocht aantrekken, of om geboeid te worden door haar voor de nacht? Maar eerst zou ze nog te eten krijgen: dat had de ontkenning van Dora geïmpliceerd. Dora liet haar niet nog langer twijfelen. Ze pakte Juliettes hand en trok haar zachtjes en zonder aarzeling naar zich toe. Eerst naast zich, maar toen ze daar eenmaal stond trok ze door, zodat ze geen andere keus had dan om over haar schoot te gaan liggen. Wilde Dora haar gaan slaan? Haar straffen? Mocht ze dat? Een dienstertje? Zodra Juliette over Dora’s knieën lag, begon Dora inderdaad haar billen te slaan. Maar hard sloeg ze niet. Natuurlijk voelde Juliette de klappen, maar pijn deed het niet, niet fysiek. Dora sloeg ook zonder enige overtuigingskracht. Het was zo monotoon, Dora’s ritme. Nee, pijn voelde ze niet. Het enige wat ze voelde was dat ze hier lag. Naakt. Over de knieën van een dienstertje. Die haar sloeg, strafte... maar zonder betrokkenheid, zonder gevoel. Zo vernederend. Langzamerhand maakte dat haar boos. Welk recht had Dora om dit te doen. Haar te straffen alsof ze een ding was. Ze deed niet eens haar best om haar pijn te doen. Was ze dan zelfs die inspanning niet waard? Bovendien sloeg ze ook nog helemaal verkeerd. Ze sloeg niet alleen vreselijk monotoon, maar nog op dezelfde plek ook. Precies tussen haar beide billen die stevig tegen elkaar aan lagen. Zo raakte ze niet de tere huid daartussen. Maar ook niet haar billen, niet echt. Ze kreeg slaag, maar wat kreeg slaag? Zelfs het symbool van ‘over de knie en een pak slaag voor je billen’ werd haar zo ontnomen. Dora sloeg alsof alles haar te veel moeite was, alsof elke inspanning die ze leverde niet besteed was aan Juliette. Dat ze er geen zin in had, dat ze moest, maar van wie? En dan nog, dan kon ze zich daar toch verdomme nog voor verontschuldigen? Om haar zo, zonder uitleg, als een machine te slaan! Ja, dat was het: ze sloeg alsof ze een machine was. Was het maar een machine die haar sloeg, daar zou ze vrede mee hebben. Maar het was Dora! En dat maakte die zielloze slagen onverdraaglijk voor haar. De minuten verstreken. Het aantal slagen leek eindeloos. “Auw.” Wat? Wie had dat geroepen? “Auw.” Het was haar eigen stem. Die riep omdat het pijn deed. Dat kon niet. Dora sloeg nog even hard, nou ja, zacht. In hetzelfde monotone ritme. Ze ging even verliggen en had haar stem weer onder controle. Zonder dat dat overigens invloed had op de almaar doorgaande slagenregen. Ze had het gevoel dat Dora zelfs nog door zou gaan met slaan -in hetzelfde tempo- als ze op zou staan en weg zou lopen. Maar dat deed ze natuurlijk niet. “Auw” Weer had ze aan iets anders gedacht, en weer had haar stem het overgenomen. De slagen deden nu echt pijn moest ze toegeven. Steeds dezelfde plek, precies dezelfde plek: dat deed zeer. “Auw, auw, auuuuwww.” Ze kon het niet langer tegenhouden, had geen energie meer daarvoor. Auw-zeggen was gemakkelijker, kreunen volgde als vanzelf. Hoelang lag ze hier nu al? Hoeveel slagen had ze al gekregen. Honderd? Tweehonderd? Driehonderd? Of stelde ze zich aan? Hoeveel meer zou ze nog krijgen? Hoe was het mogelijk dat een meisje zo lang kon slaan, zo eindeloos, zo precies op dezelfde manier op dezelfde plek. Ze hoorde dat ze nu niet alleen maar “Auw” meer riep, maar tussen elke keer ook harder begon te kreunen. Het deed zeer, zo zeer. Belachelijk. Ze wou dat ze durfde te bewegen, de klappen te gaan ontwijken. “Nee” wilde ze roepen, “Stop.” Maar dat gunde ze het dienstertje niet. Nee, Dora mocht haar dan slaan als een automaat, maar breken zou ze niet. Ze was met de cane geslagen, hard geslagen, vele malen harder dan nu. Dit moest ze kunnen verdragen. Toch schudde ze haar hoofd gek van de pijn. Ze begon harder te slaan, Dora. Eindelijk. Harder zodat ze haar zelfbeheersing mocht gaan verliezen. Of sloeg ze niet harder, maar sneller? Of harder èn sneller? Dat moest wel, want ze werd echt gek van de pijn, van het stilliggen, van het zich beheersen. Maar ze wist dat dat niet waar was. Zij was het die het niet meer verdagen kon. Die weg wilde. Hard wilde gaan schreeuwen. Gillen. Huilen. Maar ze deed het niet. Ze hield zich in. Tot haar auw-roepen overging in een langgerekt gekreun. Ze hoorde zichzelf. De klappen waren allàng gestopt. Ze kreunde alleen nog uit zelfmedelijden. Hoe beschamend. Langzaam kreeg ze zichzelf weer onder controle. Gelukkig mocht ze blijven liggen. Gelukkig? Was ze Dora nu al weer dankbaar? Kon je iemand dankbaar zijn die jou behandeld had als een ding, kon je zo diep zinken? Blijkbaar. Want dankbaar was ze. Ze voelde haar billen gloeien terwijl de pijn langzaam wegebde. Begon zich langzaamaan te ontspannen en voelde het zachte lijf van het dienstertje. Zacht en warm waren de dijen van Dora waar ze overheen lag. Alsof de warmte van Dora’s lijf diep vanuit Dora zelf kwam. Alsof door daar stil te liggen op haar warme schoot, ze vrede sloot. Vrede met Dora. Maar vooral vrede met het onrecht dat Dora haar had aangedaan. Tot het liggen pijn begon te doen. Ze verzette zich daartegen. Ze wilde dat gevoel van vrede vasthouden. Zolang ze op haar schoot mocht blijven liggen, hoefde ze niets. Tevergeefs. Haar lijf protesteerde: ze moest wel gaan verliggen. Voor Dora het signaal om haar eindelijk omhoog te trekken. uit dineren “Je gaat uit eten,” zei ze. Dora die tegen haar sprak! Niet dat er enige emotie in haar stem lag, integendeel, ze klonk net zo vlak als daarvoor, maar ze sprak, en uit zichzelf. Toch was Juliette er blij mee. Hoe vernederend het pak slaag dat ze net had gekregen ook was geweest, hoeveel boosheid ze daarover ook had gevoeld, toch had het geholpen. Ze wist weer wat haar plek was. Zonder overigens dat ze wist wat die plek inhield, maar dat was niet van belang. Er was weer een relatie tussen haar en Dora. Ze wist dan wel niet waarom Dora zoveel afstand tussen hen schiep, waarom ze de band tussen hen van “dienstertje en haar mevrouw” nu ontkende, maar boos was ze blijkbaar niet en dat, merkte Juliette tot haar eigen verbazing, bleek voor haar vreselijk belangrijk te zijn. Als haar dienstertje maar niet boos op haar was.... Wat een gedachte: gekker dan dat kon ze het niet maken. “Je gaat uit eten met de Directeur en ik ga je daar voor kleden.” Juliette hoorde nu echt een beetje spijt in haar stem doorklinken. Was dàt het waar Dora moeite mee had? Dat ze haar weer moest kleden? Maar dat had ze toch al zo vaak gedaan? Ze wilde haar zo graag geruststellen. Zeggen dat ze het altijd fijn gevonden had dat ze haar aankleedde. Maar dat was niet helemaal waar. In het begin was het wèl heel erg moeilijk voor haar geweest, maar dat was.... Het ergste was dat ze niet meer wist hoe ze op Dora moest reageren. Nu Juliette geen kostschoolmeisje meer mocht zijn, maar weer ‘mevrouw’ moest worden, wist ze niet meer hoe ze zich tegenover haar moest gedragen. Maar ook dat klopte niet. Immers, Dora had haar nooit anders behandeld dan als ‘haar mevrouw’. Zelfs niet toen ze kostschoolmeisje werd. Oeps, ook dat was niet helemaal waar. Ze bloosde bij de herinnering. Dat kusje. Dat nachtkusje dat ze van Dora gekregen had. Die eerste keer dat ze door haar werd ingestopt als kostschoolmeisje. Dat hele lieve kusje.... Mmm... even dacht Juliette mijmerend aan dat moment. Hoe liefdevol ze werd ingestopt. Hoe teder ze keek toen ze zich over haar heen boog. De slaap die toen eindelijk kwam... Ze schrok wakker uit haar mijmeringen. En realiseerde zich nu pas echt wat Dora had gezegd: Uit eten met de Directeur? Een diner à deux? Dat had ze blijkbaar hardop gevraagd want Dora antwoordde ontkennend. “Nee, ook een paar van de leraressen. En nog een paar genodigden.” “Wie!” Maar Dora schudde al weer het hoofd. Ze had blijkbaar al te veel verteld. “Maar als de leraressen er zijn, mag ik mijn kostschoolkleren weer aan!” Ze klonk haast opgetogen. Maar Dora schudde haar hoofd. “Je bent niet langer...” begon ze en sloeg toen verschrikt haar hand voor haar mond. Ze had duidelijk haar mond voorbij gepraat. Maar met wat? ‘Je bent niet langer een kostschoolmeisje.’ Was dat wat ze had willen zeggen? Maar Dora had haar zo net nog over de knie genomen en een flink pak slaag gegeven. Toen was ze toch ook beslist niet Mevrouw Van Gravendeel geweest. Maar als ze geen kostschoolmeisje meer was, èn geen mevrouw, wat was ze dan wel? “Er is een avondjurk voor je gebracht.” Een avondjurk? Gelukkig, ze hoefde in ieder geval haar diplomatenoutfit niet aan. Dat was één ding. Ze kon de gedachte niet verdragen dat de Directeur en mevrouw Christina (was het schoolhoofd één van de leraressen?) haar in diezelfde chique kleding zagen verschijnen als die waarin ze zo vreselijk vernederd was. De Directeur, door van haar te verlangen dat ze zich voor zijn ogen uitkleedde op zijn studeerkamer. Door Christina, die in feite hetzelfde van haar had verlangd, maar dan in de directiekamer en in aanwezigheid van -wederom- de Directeur, en Dora, ook zij, zucht. En dan nog afgezien van het feit hoe ze zich voor hen had moeten ontkleden.... Maar een avondjurk? En wie had die dan laten bezorgen? Haar man? Dat kon ze niet geloven. Zouden ze haar maten dan hier kennen? Vast wel, nu ze er over nadacht. Wat wisten ze niet van haar... Ze was benieuwd naar wat voor jurk ze voor haar hadden uitgezocht. Maar daar mocht ze voorlopig nog naar blijven raden, want Dora had zich weer hervonden en verraste haar opnieuw. “Ik ga je in bad doen, kom.” Hoewel ze nog steeds op even vlakke toon gesproken had, klonk dit toch echt raar uit de mond van Dora. Zo sprak een dienstertje niet tegen haar mevrouw! Tegen niemand eigenlijk. Nou ja, behalve dan tegen haar eigen dochter, waarschijnlijk. Was dat dan hun nieuwe rolpatroon? Het bad stond al voor haar klaar. Het was nog best wel op temperatuur. Zou ze vooraf geweten hebben hoe lang het zou duren voor ze haar er in zou kunnen laten stappen? Maar dan... Ze had er even geen zin meer in al dat gepieker. Gewoon lekker, in bad. En Dora zou haar liefderijk verzorgen. Ondanks alles, daar was ze zeker van. En zo was het ook. Er ontstond er zelfs weer een zekere toenadering tussen hen. Zo was het helemaal niet vreemd dat Dora op een gegeven moment spontaan tegen haar zei: “Je krijgt een escorte.” “Een chaperonne bedoel je?” “Ik weet niet wat dat is, een chaperonne. En wie het is mag ik je niet vertellen,” antwoordde Dora terwijl ze Juliette afspoelde, “maar het is best wel lief, heb ik begrepen.” “Zul jij er ook bij zijn dan?” vroeg Juliette nieuwsgierig. Even stopte Dora met haar bezigheden. Ze zuchtte dromerig. “Ik zal jullie bedienen.” Natuurlijk, dacht Juliette, vanzelfsprekend: Dora zou hen bedienen. Ze zouden die kans niet voorbij laten gaan om haar aan Dora’s nederige positie te herinneren. En Dora was niet anders gewend. Toch had ze niet ongelukkig geklonken, toen ze dat aankondigde. Schatte ze haar dan toch verkeerd in? Waarom was Dora vandaag ineens zo onpeilbaar voor haar? Of was ze dat altijd al geweest en had ze alleen gedacht dat ze wist hoe Dora zich tegenover haar voelde. Was ze niet alleen maar haar dienstertje en zij haar mevrouw.... Even zorgzaam als de vorige dagen droogde Dora haar af, verzorgde haar huid en haren, haar gezicht, haar make-up, haar nagels, kortom: alles wat een dame behoeft. Trok haar een paar zijden kousen met kousenbanden aan, een prachtig slipje, duidelijk een Marlies Dekkers, hoge hakken van Jan Jansen en uiteindelijk de avondjurk ... van Dior? Hij was in ieder geval erg laag uitgesneden -logisch dat ze geen bh had gekregen- en zat haar als gegoten. Ze bekeek zichzelf in de spiegel. De oude Juliette was er weer. Ze was weer helemaal mevrouw Van Gravendeel. Ze glimlachte even naar haar spiegelbeeld. Oh ja: heel stijlvol, gedistingeerd zelfs, maar toch ook charmant en beslist sexy zonder al te gewaagd te zijn. Zo was ze gewend zich te bewegen op de talloze soirees, vernissages en andere informele bijeenkomsten van het diplomatencircuit die ze gewend was te frequenteren. Ook haar gedachten, merkte ze, waren die van Juliette van Gravendeel. Ze merkte dat zelfs de stem in haar hoofd lichtelijk bekakt klonk, zonder dat het tè was. Oh ja, op een dineetje met de Directeur zou ze zo zeker op haar plaats zijn. Maar of ze daar nu happy mee moest zijn .... Dora in ieder geval wel. Eindelijk liet ze haar afstandelijke pose helemaal vallen en bekeek haar vol bewondering. “U bent de Koningin van het Bal,” fluisterde ze. Juliette haalde haar schouders op: “Ach, het is maar een dineetje.” “Maar wel met de Directeur,” antwoordde Dora vol ontzag. So what, dacht Juliette, pardon, mevrouw van Gravendeel: de Directeur van een Kostschool, moest ze dàt dan als een grote eer zien. Een Meisjes Kostschool, ha, van hoeveel meisjes ook weer? Veel meer dan tien zouden het er vast niet zijn. En tegen zo iemand zou dan moeten opkijken... Maar ze hield wijselijk haar mond. Meer voor Dora overigens, dan voor zichzelf. Was er dan zo weinig van haar kostschoolmeisje-zijn meer over? Niet echt, want toen Dora haar alleen gelaten had -haar escorte zou haar zo wel op komen halen- was haar zelfverzekerdheid als ‘vrouw van de wereld’ snel weer verdwenen. Wachten was nu eenmaal niet haar sterkste kant.... een dansje Maar zin in piekeren had ze ook niet. Zo gleden haar gedachten af naar het komende formele dinertje. Benieuwd of Dora goed gedekt had. Hing natuurlijk af van de gerechten die ze moest serveren. Hoeveel gangen het zouden zijn. Welke wijn er gekozen was. Ja, wijn, altijd een gevoelig onderwerp. Welke past bij welk gerechten. Alleen al de vraag: ‘rood of wit....’ Zo werd ze toch nog verrast toen ze de deur open hoorde gaan. Nieuwsgierig keek ze op om te zien wie haar ‘escorte’ zou zijn. Marjan! Was Marjan haar escorte? Marjan in haar kostschooluniform, zou zij haar begeleiden tijdens het diner? Een meisje van zestien? Samen met haarzelf, vrouw van vijfendertig, vrouw van de wereld. Tijdens een formeel diner? Escorteren, dat betekende dat ze Marjan vóór moest laten gaan... Marjan. Nu pas keek ze haar echt aan. En realiseerde ze zich waarmee ze bezig was. Marjan was haar Mentor. Tsja, waar was ze in Godsnaam mee bezig. Erger, ze was alleen maar bezig als een ‘mevrouw’ die zich voorbereidde op het diner. Maar ze wilde helemaal geen ‘mevrouw’ meer zijn. Juist de afgelopen dagen had ze ervaren hoe belastend dat al die jaren was geweest. Hoe bevrijdend het was om alleen maar een kostschoolmeisje te zijn. Eén van hèn te zijn. Door hen te worden geaccepteerd, ook al was ze vijfendertig. Allemaal dankzij Marjan. En Marjan zou haar in de weg zitten? Het zou alleen maar andersom zijn: zij zou Marjan in de weg zitten! Ze knielde voor Marjan op de grond. “Het spijt me.” “Wat!” riep Marjan verontwaardigd. Ze wist niet wat ze moest antwoorden. “Héé, doe niet zo raar. Stel je niet zo aan. Heb je dan geen zin in een feestje?” “Feestje?” Juliette keek Marjan verbaasd aan. “Gewoon lekker chique uit eten. Héé, doe niet zo stom. Je maakt je mooie jurk helemaal smerig. Godsamme, ‘k wou dat ik zoiets aan mocht. Ga es staan.” Juliette ging aarzelend staan en liet zich bedeesd door Marjan bewonderen. “Héé truttebel, doe es normaal, ga effe showen, ja.” Ze maakte een voorzichtige draaiing. “Toe, laat je zelf eens zien. Niet zo harkerig joh.” Juliette maakte een kleine pirouette. Hé, dat voelde goed. Ze maakte er nog één. Haar jurk voelde heerlijk aan en zwierde lang haar benen. Ze maakte zelfs een paar danspasjes. En een diepe revérence voor Marjan. “Zo goed?” vroeg ze lachend aan Marjan. “Tof!” riep Marjan enthousiast, “hoe krijg je dat voor mekaar?” “Bedoel je dit?” en ze maakte zo mogelijk nog zwieriger als daarvoor een paar danspassen voor Marjan. Heerlijk voelde dat. De dansende jurk rond haar èn de bewonderende ogen van Marjan. Ze kon het niet laten om bij haar volgende pirouette Marjan vast te pakken en met haar door de kamer te dansen. “Wouw,” riep die enthousiast, “ik kan dansen.” Juliette hield even glunderend stil en keek haar brutaal aan. “Natuurlijk kun je dansen!” en sloot haar vervolgens in haar armen dicht tegen haar aan en danste slow met haar verder. Ze voelde dat het meisje zich door haar liet leiden en drukte haar nog dichter tegen zich aan. De warmte van hun lichamen maakte dat ze hun tempo nog meer vertraagden tot ze langzaam gearmd tot stilstand kwamen. Even gingen ze beide in die stille omhelzing op. Toen maakte Marjan zich lachend los. “Zo, jij kan blokken zeg!” Oh ja, waar ook, zo noemden meiden dat onder elkaar: blokken. Ze bloosde er van. Blokken was klef. “Maar wat ik pas echt tof van je vind is hoe je dat voor mekaar krijgt.” Juliette keek haar verwonderd aan. “Dansen leer je gewoon, hoor.” “Weet ik! Ik bedoel op die hakken van je. Jee, da’s vast wel tien centimeter. Ik zou d’r niet eens op kunnen lopen.” Juliette keek verbaasd naar haar voeten. Haar hakken waren best wel hoog, maar zo hoog? Centimeter of zeven acht, dacht ze. Maar omdat haar schoentjes zo rank waren, leek het misschien voor Marjan heel wat hoger. “Gewoon veel doen, denk ik.” Ze gingen samen op het bed zitten. “Voor mijn werk moet ik altijd hoge hakken dragen,” legde ze Marjan uit, “dat wordt van je verwacht. Hoe hoger, hoe meer stijl je hebt als vrouw. Da’s vooral bedoeld om de andere vrouwen de ogen uit te steken. Wordt een soort wedstrijdje. Eigenlijk helemaal niet leuk. Ik was net weer gewend aan die lekkere platte schoenen van de school hier.” “Nou, ik wou dat ik ze aan mocht.” Marjan keek even inspecterend naar haar eigen schoenen: “Dit is toch geen gezicht.” “Vind je het dan niet fijn om kostschool kleren te moeten dragen.” “Het maakt je zo jong.” Juliette keek haar verbaasd aan. “En dat vind je niet fijn?” “Nou ja, best wel. Maar niet altijd. Het lijkt me heerlijk om de femme fatale uit te hangen. Juliette lachte: “Ben ik dat dan?” “You’re kidding, baby. Sure! Als ik een man was lag ik voor je in zwijm.” “Nou moet je zien waar me dat gebracht heeft. Maar ehh, vind je het dan niet erg dat ik geen kostschoolmeisje meer ben?” “Geen kostschoolmeisje meer? Nou, ik dacht dat je nog steeds op de kostschool zat, hoor. Waar denk je dat we hier zitten.” “Hoort dit er dan ook bij?” Marjan nam de kamer nu pas echt in zich op. “Chique boel hier. De Directeur laat het wel breed hangen. Was hier nog nooit geweest. Maar ja, je zit hier echt nog op de kostschool, hoor. Maar ehh zit jij d’r dan mee, dat je nu zo opgetut bent?” “Ja, antwoordde Juliette aarzelend, “het voelt heel erg fout. Hier. Samen met jou. Helemaal niet meer kostschoolmeisje-achtig.” “Jezus meid, ieder van de andere meiden zou er een moord voor doen zo met de Directeur te mogen dineren. Opgetut en wel. Jij zit gewoon nog veel te veel met je eigen verleden in de knoop.” Juliette knikte. Het klopte precies wat Marjan zei. De anderen zouden beslist jaloers op haar zijn. Maar zij voelde zich weer in de rol gedrukt die ze niet meer wilde. Een Mevrouw zijn. Zij wilde dat niet meer. En zeker niet in aanwezigheid van Marjan. Marjan trok haar naar zich toe en gaf haar spontaan een knuffel. “Hee, voor mij ben je nog steeds dezelfde Juliette hoor. Meisje Juliette. Die zo brutaal was om d’r strafregels in d’r kut te stoppen. Weet je nog.” Juliette moest lachen. Zoals altijd werkte Marjans spot ontwapenend. “Voor mij ben je gewoon datzelfde domme wicht als toen, maar die ze nu verkleed hebben als ‘mooie dame’.” Speciaal voor het effect keek Juliette Marjan even heel dom en onnozel aan en deed ze alsof ze vreselijk met haar blote jurk verlegen was. De meiden kregen spontaan een giebelbui. Kijk: dacht Juliette, zo was het weer om kostschoolmeisje te zijn. Ook al was je vijfendertig en hadden ze je verkleed als ‘femme fatale’. wie was nou al weer wie? lijst met personages: herzien - opent in nieuw tabblad en waar speelde zich het allemaal af? het Gebouw - opent in nieuw tabblad © Paul Gérard verhalen maken dromen waar
|