driemaal ... is scheepsrecht
Ik zou van die woorden moeten schrikken. De cane is vreselijk, weet ik. Eerlijk gezegd heb ik er alleen over gelezen, maar behalve van plaatjes er in het echt nog nooit één gezien. Elke subje of slavinnetje is er bang voor, dus dat geldt dan ook voor mij. Maar inmiddels heeft Riekje me laten opstaan en mag ik weer op mijn oude plek gaan zitten. Voorzichtig, maar dat valt reuze mee. Eigenlijk gewoon heerlijk warm, die billen van mij. “Haal je even de kleine, middelste en de gewone, Riekje?” Nog voordat ik me realiseer wat hij zegt, is ze al naar boven. Voor haar dus duidelijk een heel gewone opdracht. Maar voor mij? Alleen al het idee dat ze een cane in huis hebben. Dat moet ik intrekken. Natuurlijk weet ik dat. Tenminste, ik had het op mijn vingers kunnen natellen. Ik wist dat Riekje door hem gestraft wordt. En ja, een cane is dan zo’n beetje het klassieke instrument om billekoek mee te krijgen. En dat er verschillende soorten zijn, tsja. Maar ronduit erg is het idee dat ze er drie verschillende moet ophalen. Voor mij? “Je krijgt inderdaad drie keer met de cane. Met dus drie verschillende canes, op drie verschillende manieren...” Hij wacht even tot Riekje beneden is, maar voordat ik precies kan zien wat ze in de hand heeft: “door drie verschillende eh handen.” Hij pakt de canes van Riekje aan en laat eerst de kleinste zien. Hij is dun en kort. Veertig centimeter op zo. “De kleinste die we hebben, maar,” hij buigt de cane zodat die bijna half zo lang wordt, “dus erg buigzaam. Die is voor mijn dochter. Die protesteert meteen verontwaardigd: “niet eerlijk, ik ben al gestraft...” “Sssst, wie zegt dat die voor jouw billen bedoeld zijn?” Marjan krijgt subiet een rood hoofd. “Maar gezien je brutaliteit vermoed ik nog niet streng genoeg.” Marjan krimpt ineen maar nog voor ze haar excuses kan aanbieden, verduidelijkt hij zichzelf. “Jij straft er onze gast mee. De tweede is voor Riekje die daarna komt, en de laatste is voor mij.” En richting mij: “Je wordt inderdaad drie keer met de cane gestraft, met dus drie verschillende canes, en op drie verschillende manieren. Eerst door Marjan, dan door Riekje en tenslotte ikzelf. En daarmee ben je meer dan genoeg gestraft, en officieel onderdeel van ons gezin. Maar je mag nog altijd ‘nee’ zeggen...” Ik weet even niet wat ik moet doen. Natuurlijk wil ik geen nee zeggen. Maar wat dan wel. In een opwelling zeg ik: “mag ik uw dochter zijn?” “Wat heb ik nou net gezegd?” Ik bloos opnieuw. “Dat heeft u al gezegd. Nu heeft u nog een reden om mij te straffen.” “Alsof ik dat nog nodig heb na vandaag...” maar hij moet er zelf om lachen, zie ik. “Kom Marjan, jij gaat natuurlijk eerst. En jij ...” Hij richt me tot mij: “Jij gaat eerst over de stoel. Dat is de gemakkelijkste manier om een meisje als jij te straffen. Gewoon achter de stoel gaan staan, je vooroverbuigen en stoelpoten vastpakken,” en zet een keukenstoel voor mij klaar. “Kijk, de leuning is niet zo hoog, daar kun je je gemakkelijk over buigen.” Ik gehoorzaam direct. Het is inderdaad niet moeilijk. Ik kom met mijn handen bijna tot aan de grond en realiseer me dat mijn billen nu een makkelijk doelwit voor Marjan zijn. “En jij Marjan. Als eerste en zonder enige ervaring is het vrij simpel: je slaat op haar billen, en nergens anders. En net zo vaak totdat ik zeg dat het genoeg is. En gewoon slaan, niet hard, niet zacht, wel regelmatig.” “Ja, vader,” antwoordt ze braaf. Om meteen te gehoorzamen. Oef, die zag ik niet aankomen. En of het daardoor komt of niet, maar bij haar volgende slag schreeuw ik het uit. Het is een scherpe pijn, en mijn schreeuwen is in geen verhouding daartoe. Maar stoppen kan ik niet, al wordt mijn schreeuwen eerder kreunen. Het gáát denk ik ook te snel. Toch wacht ze echt wel even voor elke nieuwe slag. En ik hoor haar mompelen tijdens het slaan. “Daar, en daar, daar ook nog, zo en zo, en nog één.” “Stop maar,” hoor ik haar vader tenslotte zeggen. Toch kan ze het niet laten om me daarna nog een laatste venijnige slag te geven. Zo, ze had er dus plezier in: het straffen van mij. Maar haar vader zegt er niets van. Ook niet van die laatste slag. Eerder precies het tegenovergestelde: “Goedzo, meisje.” Gevolgd door: “je mag haar even voelen. Dat hoort er bij.” “Weet ik toch, papa,” antwoordt ze pedant. En gehoorzaamt. Maar niet zoals vader het bedoelde. Want ze streelt niet alleen mijn billen maar glijdt ook even bij me naar binnen. Tot mijn eigen verbazing merk ik dat ik nat ben. Een beetje, maar toch... Ik hap naar adem. Waarom grijpt haar vader niet in? Want een beetje? Ze zoekt zelfs mijn klitje op. Ziet vader het niet? Kennelijk, want na een kreun die ik niet kan inhouden, zegt hij: “Goed zo meisje. Je moeders beurt.” Marjan buigt zich even naar mij toe om in mijn oor te fluisteren: “jammer.” En raar genoeg ben ik het met haar eens. Ja, ik weet het, dat is heel onbetamelijk. Zeker voor een volwassen vrouw zoals ik, die er naar verlangt door... Genoeg gepieker want ik word al geïnspecteerd door haar moeder. En goed bevonden. Tenminste: “Nog niet beschadigd. Ze kan echt nog veel meer hebben.” Ik wil protesteren maar weet me nog net op tijd in te houden. Om extra straf zit ik niet te wachten. En dat ik ‘meer kan hebben’, dat klinkt helemaal niet goed. Laat staan dat ik het er mee eens ben. Maar ja, het is duidelijk dat ik hierin niets te willen heb. “Voor jou maken we het wat moeilijker, en voor haar wat heftiger.” Dat eerste is duidelijk gericht aan Riekje. “Geen hulp voor een stoel, nu. Opstaan, omdraaien en handen in je nek.” Dat is duidelijk een opdracht voor mij. Kost best wel moeite om omhoog te komen. En bij het omdraaien word ik geconfronteerd met het gezamenlijk optreden van het echtpaar. Riekje heeft al een cane in haar handen, zo te zien nu een echte, en ik ril bij de gedachte dat ik daarmee gestraft ga worden. Haar man voert het woord. “Je bukt je voorover zover als je kunt. Je mag met je handen je enkels vasthouden. Na elke slag mag je omhoog komen zolang je handen maar niet loskomen. Is dat wel het geval, en ga je dansen, dan telt die niet.” Dat lijkt me duidelijk, maar het feit dat hij het zo benoemt, maakt me duidelijk dat dat helemaal niet zo gemakkelijk zal zijn. En hoezo: dan telt die niet? “Je krijgt van Riekje zes slagen met de cane. En geloof me of niet: ze heeft genoeg ervaring.” Doelt hij nu op Marjan? Dat kan haast niet anders. Dus zij wordt niet alleen door haar vader gestraft. Arme Marjan... Meer tijd krijg ik echter niet om... “Nu!” Braaf draai ik me onmiddellijk om, mijn rug naar Riekje gekeerd, om daarna zo diep mogelijk te bukken. Het lukt me zelfs om de grond aan te raken, maar ik ben zo verstandig om mezelf vast te houden bij mijn enkels. “Goedzo,” hoor ik achter me zeggen, “Riekje, je hebt me gehoord.” Fffft pats. Snel en pijnlijk, maar ik weet me staand te houden. Letterlijk. Een zacht ‘ahhhh’ ontsnapt me alleen. Pas daarna komt de pijn. Ik incasseer. Riekje wacht tot mijn ademhaling weer normaal is en onaangekondigd valt de tweede. Weer incasseer ik. Bij de derde heb ik moeite om te blijven staan. Ik begin te trillen. Riekje wacht tot het over is. Ik wil dat het over is en beheers me. De vierde volgt. Me beheersen gaat nu beter. Met als gevolg dat de vijfde veel te snel komt. Ik laat los. Ik kan me nog net in evenwicht houden door omhoog te komen. Pak snel daarna mijn onderbenen weer vast. Maar hij is onverbiddelijk: “Nog twee. Deze telt niet. Enkels!” Onmiddellijk neem ik mijn positie weer in. Riekje is lief voor me. Ze wacht nu wat langer voor nummer vijf. Die kan ik hebben. “Goedzo,” hoor ik haar fluisteren. Maar hij is onverbiddelijk: “Riekje!” Onmiddellijk gehoorzaamt ze. Nog net op tijd weet ik mezelf extra vast te klemmen. Nummer zes! Oehoehoe. Deze kwam te snel. Toch weet ik me te beheersen. Ik moet gebukt blijven wachten, weet ik. Hoe moeilijk me dat ook valt. Dat is maar goed ook want hij beveelt Riekje met: “inspectie!” Ik voel dat Riekje achter me neerknielt. Voorzichtig glijden haar handen over mijn billen. “Ze zijn nog heel, Meester. Maar mag ik haar billen verzorgen?” “Dat mag je, meisje. En zet haar daarna weer voor de spiegel. Als je denkt dat ze zover is, mag je haar wat te eten en drinken geven. Over een uurtje of zo krijgt ze dan van mij haar laatste straf.” Ik ril bij die gedachte. Nog één keer. Dat is al erg. Maar door een mannenhand? Toch fluistert Riekje in mijn oor: “Erger dan dit wordt het niet.” En nadat ze me verzorgd heeft en haar man even verdween, neemt ze me op schoot en zegt zacht: “Hij wil dat je huid heel blijft. En ik weet uit eigen ervaring dat hij dat heel goed kan inschatten. Maar hij wil wel dat je zijn straf als heel erg streng ervaart.” Ik wil haar heel graag geloven, maar dit klinkt heel erg tegenstrijdig. Mijn billen sparen en het toch als de ergste straf van de drie ervaren? Ze ziet waarschijnlijk mijn ongeloof, want ze fluistert verder: “Laat je horen.” Nog dringt het niet bij me door wat ze bedoelt, wat er van me verwacht wordt. “Je snapt het niet, hè.” Ik knik. “Dat komt denk ik omdat je zo braaf bent. Dat je hem ècht wil gehoorzamen. Dat hij ècht alles met je mag doen wat hij wil.” Ik knik. Natuurlijk wil ik dat. “Je moet een spel spelen, een spel met je emoties en verlangen, en wat je werkelijk aan pijn kunt verdragen.” Een spel spelen? Wil ze dan dat ik doe alsof? Ik vraag het haar. “Beide,” zegt ze: “je moet schreeuwen, smeken, wanhopig zijn. In alles moet je wat overdrijven. Alleen niet te veel. Zolang je maar geloofwaardig blijft. En dat blijf je. Je bent gewoon uit jezelf zo lief en gehoorzaam, dat je dat niet kùnt overdrijven.” Ik kijk haar verbaasd aan. Zo kijk ik helemaal niet naar mezelf. “Dat komt omdat je ‘emotionele ik’ en je ‘professionele ik’ zover uit elkaar liggen. Als je zijn slavin bent, gaat er een schakelaar om. Die dus weer aan gaat als je in de rol van directrice stapt. En die laatste rol is wat bijna iedereen van je ziet. Of onthoudt. In ieder geval wordt mijn man daardoor geïmponeerd. Ik denk zelfs dat hij het niet gelooft dat jij zijn slavin wilt zijn. Dat ik dat ben ervaart hij al als wonderlijk. En laten we wel zijn: dat is het toch ook eigenlijk. We zijn nooit helemaal slavin of vrouw van de wereld. Dat komt denk ik omdat het vroeger zo eenvoudig was. Mannen waren de baas, vrouwen hadden niets in te brengen. Nu zijn mannen soms zo dom dat ze denken dat vrouwen de baas zijn. Ik zeg niet dat die van mij zo is. Maar tegen je opkijken doet hij wel degelijk. Maar dat aan zichzelf toegeven, dat is uitgesloten.” Ik kijk haar aan. Ze is zo lief. En ik maar jaloers zijn op die overgave van haar. Ik ga het haar zeggen. “Ik ben altijd jaloers geweest. Op jou. Op je overgave. Op hoe vrouwelijk je bent. Kwetsbaar. En tegelijkertijd bewonder ik je daarom. Kun jij er nog een touw aan vastknopen.” “Weet ik toch. En het maffe is: dat geldt voor mij ook naar jou.” Ze kijkt me zo lief aan dat mijn hart smelt. Durf ik het te zeggen? Ja! “Ik hou van je.” “Weet ik toch. En ik van jou.” “Kom,” zegt ze, “in mijn armen.” En dat is precies wat ik doe.
als je geeft èn neemt heb je dubbel plezier 
|