home
spankingforum.nl
smverhalen.nl
Spanking & Sm Forum

Forum:
Welkom
SpankingForum
SM Verhalen
Spanking Verhalen
Overzicht & Uitleg

Zoek op:
verhalen om mee te beginnen   om mee te beginnen
Goud! prachtige en milde verhalen, eerste keus van de Beheerder  prachtig en mild
Verhalen met heel bijzonders volgens de Beheerder - glij over het pictogram om te weten wat    bijzonder
  spanking verhalen
verhaal pictogram
schrijversnaam
uitgebreid zoeken

Nieuw:
Afgelopen Week
Afgelopen 2 Weken
Afgelopen Maand

Handig:
Aanmelden
Log In
Log Uit
Wijzig Profiel
Site-etiquette
FAQ: veelgestelde vragen

Aanbevolen:
Erobird Boekenwinkel

sm & spanking verhalen & forum

Welkom
Forum
Verhalen
Spanking
Verhalen
  Verhalen
Zoeken
Boekwinkel
Aanmelden
Log In  Log Uit

Beoordeel dit bericht door een getal te selecteren. 1 is het slechtste en 5 is het beste.

    (Slechtste)    1    2    3    4    5     (Beste)

Begin van paginaVorig berichtVolgend berichtEind van pagina Maak een Link naar dit bericht (met rechter muisklik, kies: Snelkoppeling Kopiëren!)

anima
Productief lid

Bericht Nummer: 0
Aangemeld: n.v.t.

Beoordeling: 
Stemmen: 1

Gepost op vrijdag 12 november 2004 - 12:42 am:   


Patiënte A.


De Verlossing

een verhaal van Anima

(voor Hem en de schrijverskring. )



Slenteren onder een heerlijk kil herfstzonnetje met de kraag hoog opgetrokken, had het vuur in me voorlopig nog niet laten bedaren.
Ik had nog twee uur te doden voor mijn afspraak bij de psycholoog en besloot dat even uitwaaien het beste zou zijn, hoopte dat zo ook die ongewenste en perverse fantasieën zouden weggeblazen worden, al was het maar voor even.

Een uur stappen heb ik er nu opzitten. Kijken naar de omgeving, gehaaste kantoorlui, kirrende vrouwen, mensen die op weg zijn naar overal en nergens. Het heeft weliswaar een positief effect op me, maar niet het gewenste. Ik voel me heerlijk loom, maar de beelden in mijn hoofd blijven. Zo nu en dan loop ik op straat rijzige mannen voorbij, of beter gezegd: zij mij, en steeds glijden mijn ogen meteen van hun ogen naar hun handen…grote, sterke, vastberaden handen, stevig dat aktetasje vastklemmend...
Wat een zonde zou het zijn als met die heerlijke instrumenten, die gewoon geschàpen zijn voor de tuchtiging van damesbillen, niet meer deden dan dat.
Of beter gezegd: meisjesbillen. Want dàt is wat ik op zo’n stiekeme-gedachten-moment ben, een meisje. Een dwangmatig voelen aan mijn wangen bevestigt al vlug mijn vermoeden…ze gloeien helemaal. Zou men het zien? Nou ja, het kan natuurlijk van de kou zijn.
De stad is eensklaps overweldigend groot, en ik besluit het museumcafé binnen te duiken om me daar te warmen aan een kop thee. Alsof ik dat nog nodig heb. Dit heimelijke plezier laat me glimlachen.

Binnengekomen, zoek ik snel een stil hoekje uit om in weg te kruipen. Doelloos blader ik wat in de krant, interesse voor de actualiteiten veinzend, doend alsof ik het ietwat mysterieuze heerschap aan de andere kant van de zaal nog niet ontwaard heb. Nee hoor, u daar, met uw nonchalante doch stijlvolle kledij, uw 'air van wie doet me wat', uw overduidelijke verzonkenheid in gedachten, koud laat u me, ik zié u niet eens! Hmmm…ik zou er veel voor over hebben om te weten wat hij aan het lezen is.

Ik weet niet wat het is, maar sinds ik Hem-Hij aan wie mijn hart toebehoort-ken, wordt mijn aandacht enkel nog getrokken door rijzige heerschappen met een uitstraling om u tegen te zeggen. Magneten zijn het, andere exemplaren zijn slechts halfbakken imitaties van deze verrukkelijke Mannetjesdieren. Zo van die zelfzekere types die in staat zijn je schaamteloos aan te spreken wanneer je een avondje uit bent met vriendinnen, die je in het bijzijn van hun vrienden zomaar uit het niets diepgaande vragen over je angsten durven te stellen, om vervolgens nog breder te grijnzen wanneer ze voelen dat je in het nauw komt te zitten, die je geestelijk klem zetten en zichtbaar genieten van je spartelen.

Plots word ik uit mijn gemijmer gewekt door de priemende blik van mystery man. Hoe lang zit ik hem al zo aan te staren?
Deze keer hoef ik niet te voelen, mijn hooft verkleurt onmiddellijk en de gloed zakt meteen van mijn wangen door naar lagere regionen. Hoe moet ik nou straks naar die psycholoog toe? Gelukkig kunnen mannen het niet-bewust-ruiken wanneer je opgewonden bent of een nat slipje hebt. Wat een gedachten. Nee, genoeg van dit, dit is nou net de reden waaróm ik naar de psycholoog moet.
Opkijken dorst ik niet meer. Mijn handen frunniken nerveus aan het krantenpapier terwijl ik mijn ontsnappingstactiek plan. Het probleem is dat die kerel vlak naast de deur zit en ik wel naar hem moét kijken bij het buitengaan, tenzij ik tegen de deur wil aanlopen. Oké, ik houd van een beetje pijn zo nu en dan, maar niet op deze manier. Kon één of andere deus ex machina maar soelaas brengen, me met een vingerknip naar het kabinet van de psycholoog toveren.

Een ongecontroleerde en diepgevoelde zucht verlaat mijn lippen wanneer er plots een paar fraai gevormde handen naast mijn theekopje verschijnt. Als verlamd blijf ik zitten. Opkijken is onnodig, ik weet wie het is. De duidelijk geoefende vingers trommelen afwachtend en bijna vragend op de donkerhouten tafel. Die lenige vingers…een chirurg…een pianist…?
Mijn ogen langer geloken houden is onbeleefd, dus ze ontmoeten-door mijn goede manieren gedwongen-de zijne. Zelfzekere maar niets prijsgevende, bruine kijkers. Mijn lippen openen zich, klaar voor de woorden die normaal gesproken nu mijn mond zouden moeten verlaten, maar er komt niks. Kalm glimlachend, zeker van zijn zaak, kijkt hij me strak aan, me niet de kans gevend de blik af te wenden.

Een nieuwe siddering in m’n onderbuik, mijn tepels verharden. Ongemakkelijk kruis ik de armen, hopend dit voor hem te verbergen, mijn wangen vuurrood, handen zenuwachtig friemelend aan de rand van de tafel, mijn geslacht onmiskenbaar nat, schaamlippen gezwollen, clit kloppend... Nerveus schuif ik heen en weer op de harde stoel, me nog meer bewust wordend van mijn helaas ongestriemde billen.

“U bent ook niet echt een spraakwaterval”, glimlacht hij me toe, “gelukkig spreekt uw gebloos boekdelen.”
“I-i-ik bloos helemaal niet”, bijt ik hem zo verontwaardigd mogelijk toe. “Trouwens, u bent hier komen zitten, aan míjn tafeltje, e-e-en…”
“En wat juffrouw? Kijk, ik kan me vergissen, maar uw blik was zo uitnodigend... Maar goed, u kunt me altijd vragen om op te stappen, nietwaar meisje?”
Wàt zegt die zelfingenomen vent, die pompeuze kwast, die…???
Noemt hij me meisje? Méisje??? Nou wordt ie mooi, dat komt aan míjn tafeltje zitten, onuitgenodigd, zonder zich voor te stellen, om me zo’n beetje te kleineren?
“Nou moet u eens goed luisteren meneer, ik ben géén meisje, de laatste keer dat iemand me zo noemde moet ik acht jaar geweest zijn, dus als u me niet met respect bejegent…”
“Nee dat was je niet.”, meldt hij me met een uitgestreken gezicht.
“Wat zegt u daar?”
“Ik zei: nee dat was je niet, acht jaar, toen iemand je voor het laatst meisje noemde of als dusdanig behandelde.”
Mijn hoofd zakt weer dieper. Wat is dit, waar komt deze man vandaan? Het doet er niet toe. Wat moet ik doen? Hulpeloos staar ik naar de tafel, zeer zelfbewust.

“Ik moet gaan, maar we zien elkaar weer.’, zegt hij vastberaden terwijl hij me zijn kaartje toeschuift.
“Hoe weet u dat zo zeker?”, vraag ik snerend.
“Ik weet dat, omdat je niet anders kan, omdat je zal overwegen het kaartje weg te gooien maar het zal voelen branden in je jaszak. De nieuwsgierigheid en het verlangen zullen te groot zijn. Je zal me weer ontmoeten, omdat jij zo bent, omdat je weet dat ik het zie en ruik.”
Als een juweel tekent het van gezeefd papier bedrukte naamkaartje zich tegen het warme hout van de tafel af. Een zuchtje wind streelt mijn ontblote hals, onder mijn opgestoken haren door. Ik kijk eindelijk op, omdat ik weet dat mijn vermoeden klopt, de deur zwiept nog na.
Geschrokken blik ik op m’n horloge, vijf over vijf reeds…ai. Gelukkig is de praktijk van de psycholoog om de hoek.

Daar aangekomen, probeer ik weer een beetje van mijn zelfzekerheid terug te winnen terwijl ik aanbel.
“Ja, goedendag, juffrouw A., ik had een afspraak om vijf uur maar…”
De zoemer onderbreekt mijn stuntelige uitleg en ontgrendelt de massief eikenhouten deur. Met een harde klap valt deze achter mijn rug terug in het slot. Geen weg terug.

Onzeker staar ik naar de vier verschillende deuren in de hal, en klop lukraak ergens aan. Niet mijn schuld als ik me vergis, had men ze maar van een plakkaatje moeten voorzien.
Een kokette dame met strenge blik, die in de toegang tot de recht tegenover gelegen kamer staat, kijkt me hoofdschuddend aan.
“Als u naar het toilet wil, mag u zo binnen, u hoeft niet te kloppen juffrouw, er zijn er meerdere.”
“Eh, nou nee, ik had een afspraak om vijf uur, maar ik ben al laat en…”
“Ja, maar u moet nodig, uw afspraak wacht nog wel even, u bent toch de laatste voor vandaag.”
Ik weet niet waarom deze vrouw meent deze woorden ongestraft tot mij te kunnen richten, waarom ze meent dat ik ‘nodig moet’, maar…ze heeft gelijk. Bedeesd en geschrokken van haar toon blijf ik als versteend staan tot ze me plotseling een glimlach toewerpt, begrijpend maar uit de hoogte, sussend maar betuttelend. “Toe maar meisje, ga maar…”
“Ja, dank u.” Ik kan niet anders en ben ondanks mijn schaamte oprecht dankbaar.

Op het toilet stroop ik mijn slip naar beneden en neem ik op bijna geconditioneerde wijze plaats op de wc-bril, zoals ik weet dat Hij het verwacht: benen voldoende gespreid, iets naar voren geschoven, handen op mijn knieën, blik neergeslagen. Op de één of ander manier, is dit rustgevend, vind ik mezelf weer een beetje terug ondanks deze surreële situatie. Handen wassen, rok rechten, vingers door het haar, lippen met de tong bevochtigen, en vol zelfvertrouwen zwaai ik de deur open, klaar voor de consultatie.
“Zo”, glimlacht de vrouw, “dat heeft blijkbaar deugd gedaan, u ziet er al pak beter uit.”
Nee, ze zal me ondanks de opwellende schaamte geen tweede keer kleineren. Ik negeer haar opmerking, stap resoluut de openstaande kamer binnen, hopend dat dit wél de juiste is.

Blij om mijn eigen dapperheid zwiep ik net iets te enthousiast de deur achter me dicht. Een grijns lacht me toe: “Zo, je ziet er al heel wat daadkrachtiger uit dan een kwartiertje geleden.” De mystery man uit het cafeetje? Dit moét een vergissing zijn, hij kan niét de psycholoog zijn aan wie ik m’n diepste zielenroerselen moet prijsgeven. Ik wéét dat m’n baas me hierheen stuurde, dat ik m’n baan zou verliezen als ik niet op de afspraak zou verschijnen, maar deze man, dit duidelijk geperverteerde wezen kan toch geen psycholoog zijn???

Hij lijkt m’n gedachten te lezen.
“Ik had ook niet verwacht je zo snel terug te zien juffrouw, al kan ik niet zeggen dat het me onaangenaam verrast. Zie je, ik had na de vorige afspraak een beetje frisse lucht en een borrel nodig, en had niet verwacht daar een patiënt te treffen…maar ik leef in het nu en neem het zoals het komt. “
“Ik… ik wens een andere arts”, krijg ik er nog net uit.
“Juffrouw, of meisje, dat staat je beter, laten we een kat een kat noemen. Ja ik ben discreet, en enige tact is vereist in mijn beroep, maar gezien deze uitzonderlijke vermenging van ‘privé’ en ‘werk’, zal ik er geen doekjes omheen winden, zal ik niet doen alsof ik niet op de hoogte ben, zal ik jou niet met ‘u’ aanspreken-want ik wéét wat je voelt. “

Onrust priemt in mijn onderbuik, laat mijn maag gehoorzamen aan een dronkenmansritme. Ik hààt dit gevoel. Mijn oren en wangen rood, angst die door mijn lichaam giert, het gevoel geen kant op te kunnen. Waarom word ik steeds zo opgewonden van machteloosheid en vernedering? Ik vrees voor de woorden die komen gaan, en tegelijk verlang ik zo hevig dat mijn kut bijna pijn doet zolang ik niet opgevuld word.
Daar verschijnt weer die fijne, spottende glimlach.
“Ach, probeer voor mij maar niks te verbergen, ik zei het je al, ik wéét waarom jij hier bent. Je beseft dat ik dat weet, maar je wilt het of durft het nog niet te geloven. Goed, ik zal je terwille zijn, de volgende woorden vind je trouwens niet eens onprettig, en dan druk ik me nog zacht uit. Jij bent hier omdat je anders jouw job verliest. Jazeker, je job. Op het werk betrapt worden op zelfbevrediging, dat is niet niks. Op de werkplek nog wel. Oké, het was laat, maar toch, een plaats waar iedereen je had kunnen zien, niet eens op het toilet, nee, wijdbeens, jezelf in de tepels knijpend, kreunend, een naam mompelend, glazige ogen, je vingers oh zo diep in je kut verzonken, je andere hand tegen je kontgaatje drukkend, én… O ja, ga gerust zitten, of liggen, als je je daar beter bij voelt.”

Woede en schaamte jagen door m’n lichaam, wie denkt die vent wel dat hij is!? “Ik ga helemaal niet zitten, ik sta prima zo, en als u op die toon tegen me blijft praten leg ik klacht neer!”
“Je bent amusant meisje. Jij weet best dat je nergens heen gaat, dat deze baan je om velerlei redenen erg dierbaar is. Meer nog, als ik je zou gebieden te knielen en te smeken, zou je dat ook doen…zelfs zónder dit bijzonder interessante gegeven. En dat weet je. Daar geniet je van. Maar goed hoor, je moet jezelf tenslotte een houding geven, dus ik hoor je gekat nog even aan. Maar in tussentijd ga je zitten meisjelief…nu.

Hij heeft gelijk, ik heb deze baan echt nodig, en…en ja, dit windt me mateloos op. Wat een klier. Langzaam ga ik zitten, trachtend mijn waardigheid te behouden.
“Goed, waar waren we…o ja, zelfbevlekking op het werk…tssssk, vreselijk vies vind ik dat, jij niet?”
Ik voel me nu écht vies. Geperverteerd. Schaamte laat mijn maag ineenkrimpen. Hoe kan hij dit maken?
“Ja.”, antwoord ik, hem ondertussen een giftige blik toewerpend.
“Precies meisje, het is echt walgelijk, maar weet je wat nog viezer is?”
“Zegt u het maar, u schijnt toch alles al te weten”, bijt ik hem boos toe.
“Dat is zo diertje, wat nóg viezer is, is een klem-je weet wel, zo’n sm-achtig ding-op je schaamlippen zetten terwijl je masturbeert en je tepels betast.”

Woedend en betrapt veer ik recht. Dit had toch niemand gezien, ik had toch snel die klem weggehaald, ik had toch…? Met een van vernedering betraand gezicht been ik naar de deuropening, tot zijn greep me staande houdt.
“Ga zitten. Of beter: ga liggen, ontspan je. Ik weet het tóch al, waarom je nog verzetten of schamen? Ja, huil maar, dat mag, maar ga liggen.”

Ik weet niet of het de woorden, de intonatie of zijn lijzige, hypnotiserende stem is, maar iets duwt me terug op de sofa.
In dit vertrek kan ik, hoe vernederend ook, mezelf zijn, hoef ik niet groot, sterk of iemand anders te zijn. Ik wil, hoeveel moeite het me ook kost, niet weg uit deze kamer. Hier ben ik veilig, wat heb ik tenslotte nog te verliezen?
“Ga liggen trutje.” Dankbaar geef ik gehoor aan zijn woorden, dankbaar om dit bevel, omdat ik nu een réden heb om me gedwee op te stellen. Soms kunnen bevelen ‘verlossen’, dat besef ik Hier en Nu voor het eerst.



de psycholoog laat zich niet bedotten

Een verhaal van canelover,
vriendin van Rein, ingeleverd door het haar af te dwingen


De psycholoog kijkt me doordringend aan.
Ik besluit hem voor te liegen. Wie weet trapt hij erin. 'Het is niet wat u denkt,' verzin ik snel. 'Dat klemmetje was zo'n gewoon kantoording. Het is per ongeluk op de verkeerde plek...'
Hij knikt begrijpend. 'Ahaa,' zegt hij. 'Het was dus een vergissing. U was serieus aan het werk. Kunt u mij dan ook vertellen wat voor een internetsite u op dat moment raadpleegde voor uw werk?'
Het schaamrood kleurt opnieuw mijn wangen. Zo erg, dat ik even niet oplet, en pas merk dat de psycholoog is opgestaan en mij aan mijn handen meetrekt naar zijn bureau als het al te laat is. Vliegensvlug loopt de psycholoog om het bureau heen en trekt mij aan mijn handen naar voren, zodat ik hulpeloos over de rand kom te liggen. Met een snelle beweging klikt hij mijn polsen in een paar handboeien en maakt die aan de achterkant van het bureau vast.
Ik schop met mijn benen achteruit, maar daar maakt hij korte metten mee. Het volgende moment worden mijn enkels ook vastgezet en kan ik geen kant meer op.
'Welke internetsite raadpleegde u terwijl u met dat klemmetje bezig was?' herhaalt hij. En hij voegt er op barse toon aan toe:' En als u weer liegt, volgt er straf.'
'Ik zocht alleen maar de juiste spelling van een woord op!' doe ik verontwaardigd. 'Mijn baas wil mij altijd op een fout betrap...'
Op dat moment wordt mijn rokje omlaag getrokken en mijn slipje naar beneden. Ik krijg een paar klinkende kletsen op mijn billen.
'Welke site?' zegt hij dreigend. 'Lieg niet!'
'Www. spelling.nl, houd ik vol.' Weer suist zijn hand door de lucht en komt keihard neer op mijn ontblote achterwerk. Ik voel het gloeien.
'Welke site?' vraagt hij voor de derde keer. 'Je krijgt drie seconden om het werkelijke antwoord te geven. Drie, twee, één.'
Ik houd mijn adem in. Ik zeg niks. Ik lig met mijn billen omhoog en wacht op wat komen gaat. Met mijn ogen dicht hoor ik zijn stappen, hij loopt weg, ergens naar de rechterkant van de kamer, doet een kastdeur open, dan hoor ik zijn stap weer dichterbij komen. Ik hoor een fluitend geluid, het geluid dat ik maar al te goed ken, en dat maar van één voorwerp afkomstig kan zijn. Nog even en het rietje zal striemend neerkomen op mijn billen.
'Ik heb gelogen,' zeg ik snel. 'Het was geen spellingssite. Het was een s.m.-site.'
Maar ik ben te laat. Ik voel een felle, brandende pijn. Eén, twee, drie felle slagen. Ik schreeuw het uit.
'Voorlopig krijg je er twintig. Maar als je geluid geeft, krijg je er tien extra,' zegt de psycholoog met een verbijsterend psychologisch inzicht in wat ik heerlijk vind. Ik krijg twintig harde slagen, voordat hij even stopt.
'Vertel mij maar eens wat voor een spannend verhaal je op die site aan het lezen was.'




Ongeloof

een verhaal van Marny


“Uh, uh, ik heb een verhaal gelezen over een vrouw die kan toveren.”
Zo, het is er uit. Ik zie aan de smalende trek om de mond van de psycholoog dat hij me niet gelooft. Maar toch is hij nieuwsgierig geworden.
“Waar ging dat verhaal over?” vraagt hij terwijl hij me over zijn knieën trekt.
Ik kijk hem met een schuin oogje aan en denk toch echt dat dit verhaal beter te vertellen valt op de sofa dan over zijn knieën.
“Welnu, waar zal ik eens beginnen. Jaren geleden was er een vrouw die op het strand van Port Leucate alle mannen betoverde. Ze kreeg het voor elkaar om alle mannen in haar omgeving op hun buik te laten draaien, dat was zó wonderlijk. Ze liep naar een man toe, praatte even met hem en dan zag je die man snel op zijn buik draaien. Het was een grappig gezicht.”

De psycholoog is intussen zijn handen aan het warmen op mijn billen, want hij vindt het verhaal zo ongeloofwaardig dat hij me na elke zin een flinke mep verkoopt.
“Het is ècht waar, ècht gebeurd, hoor. Ik kan er toch niets aan doen, dat je me niet geloofd?”
Met een barse stem vraagt hij om me dan maar te vertellen hoe ze dat voor elkaar kreeg. “Of staat dat er niet bij vermeld?”
“Ja hoor, ze heeft uitgebreid verslag gedaan en naderhand is wetenschappelijk bewezen dat het daadwerkelijk mogelijk moet zijn geweest.”

De vrouw lag naast haar echtgenoot te zonnen en genoot van het uitzicht. De blauwe zee, de blauwe lucht, het witte zandstrand, de zon die als een koperen ploert hoog aan de hemel stond en al die naakte lichamen.
Ze boog zich naar haar man toe en zei zachtjes: “Nico, hij grooeeiiit.”
Haar echtgenoot bromde maar gaf verder geen reactie.
Weer zei ze zachtjes: “Nico, kijk nou uit, hij gróeit.”
Hij opende een oog en vroeg: “wat groeit?”
“Jíj groeit, kijk nou eens, die lul van je groeit.”
Hij hief zijn hoofd op en zag daadwerkelijk zijn lul langzaam rechtop gaan staan.
“Krengetje,” zei hij lachend en draaide op zijn buik om zijn lul te verbergen.

De vrouw draaide zich om en knikte vriendelijk naar de man die een meter bij haar vandaan lag.
“Ik zou maar uitkijken als ik jou was, straks raak je hem nog kwijt.”
De man keek haar met een vragende blik aan en zachtjes zei ze: “Kijk maar uit want hij groeit.”
Toen de blik in zijn ogen puzzelend werd, knikte de vrouw in de richting van zijn onderlijf en zei wederom: “zie je wel, hij groeit.”
De man keek naar beneden langs zijn lijf en zag zijn lul groeien. Snel draaide hij zich om en ging op zijn buik liggen.
De vrouw kreeg er plezier in en ging bij alle mannen in een straal van 100 meter langs en ze kreeg ze allemaal op haar buik.

Mijn billen zijn gloeiend rood geslagen want terwijl ik mijn verhaal vertel is de psycholoog niet opgehouden met slaan.
“Ik geloof je nog steeds niet,” zegt hij met een schorre stem.
“Ik zou niet weten waarom je me niet gelooft, ik kan ook toveren, kijk maar.” Ik sta op van zijn schoot en we kijken samen naar zijn rechtopstaande lul.

Ik trek mijn kleren weer netjes in fatsoen en statig loop ik naar de deur: “Die afspraak voor volgende week, zelfde tijd, zelfde plaats?”
Glimlachend en met een knipoog loop ik de kamer van mijn psycholoog uit.

"Sta op", sprak Hij, "opdat je voor Me kan knielen."