home
spankingforum.nl
smverhalen.nl
Spanking & Sm Forum

Forum:
Welkom
SpankingForum
SM Verhalen
Spanking Verhalen
Overzicht & Uitleg

Zoek op:
verhalen om mee te beginnen   om mee te beginnen
Goud! prachtige en milde verhalen, eerste keus van de Beheerder  prachtig en mild
Verhalen met heel bijzonders volgens de Beheerder - glij over het pictogram om te weten wat    bijzonder
  spanking verhalen
verhaal pictogram
schrijversnaam
uitgebreid zoeken

Nieuw:
Afgelopen Week
Afgelopen 2 Weken
Afgelopen Maand

Handig:
Aanmelden
Log In
Log Uit
Wijzig Profiel
Site-etiquette
FAQ: veelgestelde vragen

Aanbevolen:
Erobird Boekenwinkel

sm & spanking verhalen & forum

Welkom
Forum
Verhalen
Spanking
Verhalen
  Verhalen
Zoeken
Boekwinkel
Aanmelden
Log In  Log Uit

Beoordeel dit bericht door een getal te selecteren. 1 is het slechtste en 5 is het beste.

    (Slechtste)    1    2    3    4    5     (Beste)

Begin van paginaVorig berichtVolgend berichtEind van pagina Maak een Link naar dit bericht (met rechter muisklik, kies: Snelkoppeling Kopiëren!)

Luxuria
Actief lid

Bericht Nummer: 0
Aangemeld: n.v.t.


Beoordeling: 
Stemmen: 1

Gepost op donderdag 14 oktober 2021 - 06:13 pm:   


maak me groot, zei hij


Ik ben de slavin van mijn Meester. Ik ben van hem en van hem alleen. Hij bepaalt mijn doen en laten. Hij heeft me mijn naam gegeven. Luxuria. Wellust. Want wellust is wat mij bepaalt.
Wellust is wat in mij zit. Wellust voor hem, mijn Meester. Maar ook wellust vanuit mijzelf. Mijn gedachten, mijn lichaam, mijn doen en laten: het wekt wellust op. Soms ongemerkt, vaak doelbewust. Ik koester dat, bewaar dat dan voor mijn Meester. Dat is mijn geschenk aan hem.

Maar nu in tijden van Corona. Mijn leven, ons leven is zó veranderd. Mijn Meester is nu altijd thuis. Hij is een manager en managed nu vanuit ons huis. Ook ik ben nu altijd thuis. Veel meer nog dan vroeger. Ik manage het huishouden, zeg ik altijd vrolijk als iemand er naar vraagt. Maar eigenlijk betekent dat ik een heel traditionele rol heb als huisvrouw. Soms kookt mijn Meester voor ons, en dat kan hij heel goed, en hij klust, maar daar houdt het wel mee op. En dat is meer mijn keuze dan de zijne. Elke keer dat ik het huishouden doe, voel ik me zijn sloofje, voel ik dat ik van hem ben. Zo worden saaie dingen fijn. Voel ik me met hem verbonden, weet ik dat ik van hem ben.
Maar een huishouden van twee stelt natuurlijk niet zo veel voor. En ik ben niet echt een ‘sloof’, iemand die wil dat alles er perfect uitziet en alles perfect loopt. Dus heb ik tijd te over. Daarom heeft mijn Meester bepaald dat ik ook een baan heb, niet fulltime, maar wel voor ‘erbij’. Ik vind dat fijn om zo te zeggen: dat mijn Meester dat bepaald heeft, maar echt eerlijk is dat niet. Ik had altijd al een baantje, en vind het werk ook echt fijn. Ik doe wat met ‘uit huis geplaatste kinderen en gastouders’ en dat is niet alleen administratief. Nou ja, meer wil ik er niet over kwijt. Veel van dat werk is in ieder geval buiten de deur.

En nu is het dus Corona tijd. Mijn Meester werkt voor 100% van huis uit, en ik ook. We hebben allebei gelukkig onze eigen werkkamer, ook van vóór Corona. Maar we zijn de hele dag dus bij elkaar, zonder iemand anders te zien dan via een video verbinding. Dat lijkt heerlijk voor een slavin: altijd dicht bij je Meester zijn. En dat is het ook. Maar toch gebeurde er iets geks: het gevoel dat ik van hem ben werd in die eerste paar weken heel erg groot, maar doofde daarna uit. Het klinkt vreselijk, en dat was het ook: het ‘van hem zijn’ werd een sleur.

Tot mijn Meester ingrijpt. Daarvoor is hij mijn Meester, toch?
“Je hebt heerlijk gekookt. Maar nu wil ik dat je eerst bij me komt zitten.” Hij wijst op de bank op de plek naast hem, “Ik wil je wat vertellen.”
Hij spreekt op die heerlijk rustige, maar zelfverzekerde toon. Ik word daar altijd warm van. En niet alleen omdat het zijn ‘Meesterlijke’ toon is. Maar ik mocht me niet haasten, dat was één van zijn geboden. Ik moet me sierlijk naast hem vleien, zijwaarts op de bank met één been onder me de ander op de grond en mijn handen ontspannen naast me. Het is wat we mijn luisterhouding noemen. Ik ben beschikbaar, hij hoeft maar naar me te reiken om mijn borsten aan te raken of zijn hand onder mijn rok te schuiven. Maar als hij dat al zou doen, dan zou het zijn nadat hij uitgesproken was.
“Je bent aan het afglijden. Nee, niet huilen nu. Je kunt er niets aan doen. Het is Corona. Maar Corona biedt ook kansen, en die ga ik benutten.”
Die traan - ja hij had gelijk, ik voelde hem opkomen - verdwijnt. Ik voel me overweldigd door zijn zekerheid. Oh ja, hij is mijn Meester.
“Louter het weten dat je van mij bent, is nu, tijdens Corona, niet langer voldoende. Ik ben zó aanwezig dat het vanzelfsprekend wordt. Het voelen, ervaren, bewust zijn van: Corona dempt dat alles. Dat is onacceptabel. Het van mij zijn: ik wil dat je er actief mee bezig bent. Het huishouden doen, het voor mij zorgen: het is niet langer genoeg. Ik wil dat je bezig gaat met nieuwe opdrachten, en dan niet alleen het domweg uitvoeren daarvan. Ik wil dat je daar creatief mee bezig bent, bezig met bedenken, met uitvoeren, maar ook met het evalueren van jezelf. Dat je bedenkt hoe het voor mij was. Wat je goed deed, wat beter kon.”
Ik kan niet anders dan het beamen. Ja, dat wil ik ook. Natuurlijk, als ik zijn kleding was en strijk, dan ben ik daar ook mee bezig. En nu ik thuis ben en koffie voor hem zet, zijn al die huiselijke dingen meer intens geworden. Maar niet voldoende. Dus wat gaat er dan veranderen?
“Ik ga je een opdracht geven die je elke dag moet uitvoeren, twee weken lang, beginnend op een maandag. Daarna krijg je een nieuwe opdracht. Aan het uitvoeren stel ik drie eisen: het moet elke dag op een ander tijdstip, en in een wezenlijk andere uitvoering, èn het moet het gevoel versterken dat je van mij bent, voor mij èn voor jezelf. Die eerste twee voorwaarden behoeven geen uitleg: nooit twee keer hetzelfde, en als ik ontevreden ben merk je het vanzelf.”
Hij kijkt me lief aan en ik weet meteen waar hij op doelt: straf. Een echte straf. Want dat is wat ik nodig heb. Straf omdat ik gefaald heb, omdat ik me schuldig daarover voel. Straf was de laatste tijd te veel geweest ‘omdat ik het nodig had’, niet omdat het ‘nodig wàs’. Want dat is wat ik nodig heb: gestraft worden om me klein te voelen, om opgevoed te worden.
“Die derde voorwaarde voor het goed uitvoeren van een opdracht: ‘het van mij zijn’ is er om het gevaar van sleur te vermijden. Als ik vind dat je het je te gemakkelijk gemaakt hebt, of er te weinig overgave in zit, of simpelweg toch nog te veel van hetzelfde, ook dan zal ik je straffen. Je zult in het begin heel erg je best gaan doen, dat weet ik zeker. Maar je hebt het gestraft worden nodig, dat weet je. Dus is ‘je best doen’ soms gewoonweg niet genoeg. Bovendien wil ik dat er voor jou altijd de spanning is van het onverwachte. Je moet altijd het besef hebben dat wat je bedacht hebt, hoe je het uitvoert, wanneer je het uitvoert, in mijn ogen weleens onbevredigend kan zijn. En dat dat alleen al een reden voor mij is om je daarvoor te straffen. Die spanning wil ik dat er altijd is.
Duidelijk?”
Ik vlieg hem om de hals. Dit is zo fijn. Natuurlijk houd ik me niet bezig wat voor opdrachten ik zou krijgen. Ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee. Maar het feit dat hij dit bedacht heeft, dat hij mij op de proef stelt. Hij is mijn Meester. Corona zou een feest worden. Nou ja, dat is een belachelijke gedachte. Maar ik vind het heerlijk om even te mogen zwijmelen.

“Tsja, dan nu je eerste opdracht. Je hebt mazzel want het is best wel een eenvoudige, gewoon om mee te beginnen. Het is nu vrijdag, dat betekent dat je hem maar tien keer hoeft uit te voeren. De opdracht voor jou is dat je mijn geslacht in je mond moet nemen en hem langzaam groot en stijf moet maken. Je mag zonder mijn toestemming niet veroorzaken dat ik klaar kom. Een tikje op je wangen van mij betekent dat je je moet terugtrekken.”
Wou, wat een heerlijke opdracht. En wat jammer dat ik hem maar één keer op een dag mag uitvoeren. Maar ik zit wel met een belangrijk vraag: moet ik hem om toestemming vragen?
Natuurlijk weet hij dat ik daar mee zit: “Je mag geen toestemming vragen. Zelfs op geen enkele manier. Dus ook niet vragend naar mij kijken bijvoorbeeld voordat je in actie komt. Je mag ook niet aarzelen, althans, ik mag dat niet merken. Als het het verkeerde moment is, krijg je meteen een tik op je wang. Dan kniel je voor mij neer in afwachting op mijn oordeel: verdien je daarvoor straf, of niet. Nog vragen?”
Nee, vragen heb ik niet.
“Dank u wel Meester, dat u dit voor mij bedacht heeft.”
Hij glimlacht.
“Je had nog moeten vragen wanneer het inging. Nou ja, wanneer het voor jou veilig zou zijn om te beginnen. En dat is dus niet meteen. Ik wil dat je er even goed over nadenkt. Dat je je realiseert dat je deze opdracht tien keer moet uitvoeren. En wat dat voor je eerste keer betekent. En als je weet wat je voor vandaag gaat doen, wat dan het beste moment zal zijn. Daarom ga je zo gewoon eerst de afwas doen. Maar eerst wil ik dat je bij me komt voor een knuffel.”

Natuurlijk. Die knuffel was heerlijk. Die is altijd heerlijk. Maar al tijdens de afwas zit ik te piekeren. Piekeren over het hoe en wanneer. Nou ja, piekeren... dat mag ik helemaal niet. En zeker niet hierover, dat weet ik best wel. Toch doe je dat dan. Zo gaat dat nou eenmaal.
Maar gelukkig komt altijd het moment - tenminste bij mij - dat ik denk: nu is het genoeg. Ik herhaal me alleen maar. Alles heb ik minstens tig keer al bedacht.
En ik besluit: het wanneer is nu. Het hoe: gewoon doen. Niet langer nadenken.
Ik werp nog even een blik op het aanrecht jaaah ik heb geen afwasmachine. En als ik die al had zou ik hem niet mogen gebruiken. En dat wil ik zelf ook niet. Als Slavin wil ik dat. Dat nederige van afwassen. Goed, ik dwaal af.

Langzaam loop ik de kamer in. Hij zit een boek te lezen. Helemaal perfect. Ik weet niet of hij me hoort terwijl ik stil de kamer inloop. Ik denk het wel. Want ik weet dat hij me op dit moment de ruimte wil geven en echt alles hoort. Hij leest, maar zijn focus is op mij. Ik voel me warm worden van dat overweldigende gevoel.
Ik kniel voor hem neer. Zijn benen waren al gespreid maar hij spreid ze nu verder, voor mij. Ik kijk hem vanaf nu niet meer aan, maar voel dat hij zijn boek weglegt. Ik buig me naar hem over. Maak zijn riem los. Dat gaat gemakkelijk. De knoop van zijn broek is al wat lastiger, net zoals het naar beneden ritsen van zijn gulp. Ik open zijn broek zonder hemzelf aan te raken. Ik zie zijn onderbroek. Hij draagt altijd strakke zodat ik zijn lid kan zien als hij opzwelt. En dat doet hij. Ik leg mijn hand er voorzichtig op. Hij is stijf.
Dilemma. Stroop ik alleen zijn onderbroek naar beneden of trek ik ook zijn broek uit. Mijn verlangen is te groot, ik heb geen geduld mee. Met beide handen steek ik in de zijkanten van zijn slip. Schuif hem onder zijn billen naar beneden. Hij maakt het me niet moeilijk, ik voel dat hij zijn billen optilt, minimaal, maar toch.
Nu kan ik zijn lid bevrijden. Voorzichtig, want mensen die het zien ‘springen’ voelen geen eerbied. En dat voel ik wel. Heel veel.
Ik zorg dat hij helemaal vrij is. Dan leg ik mijn handen naast hem op de bank om mezelf in evenwicht te houden. Heel langzaam breng ik mijn mond naar zijn lid. Ik weet het: ik zou een plan moeten hebben. Hem moeten gaan likken of zo. Maar ik voel zoveel eerbied voor hem, voor zijn lid. Ik kan niet anders dan hem in mijn mond opnemen. Heel heel voorzichtig natuurlijk. Ik sluit mijn lippen. Voel hem, proef hem. Hij is zo stijf. Mijn tong glijdt mee terwijl ik hem langzaam in me opneem. Heeel langzaamaan. Ik voel hem kloppen in mij, of is dat verbeelding? Ik voel zijn stijfheid in ieder geval. Zuig hem in me, mijn tanden heb ik ver van hem. Hij raakt mijn huig. Heel heel langzaam ga ik verder. Ik weet dat ik zo niet zal hoeven kokhalzen, niet zal hoeven slikken.
En dan is er alleen maar ‘hij die in me is’. Diep in mij. Voel ik hem kloppen? Ik weet het niet. Beweegt hij, of ben ik het, ik weet het niet. Ik voel me dronken van hem zo in mij voelen.
En hij komt. Nu moet ik wel slikken. Ik stel het uit. Hij pakt mijn hoofd met zijn handen. Geeft me ruimte en laat me daarna ontspannen. Heel langzaam wordt hij weer klein. Wat is dat altijd weer een machtig gevoel: van groot naar klein. Ik weet, als ik lang genoeg wacht groeit hij weer. Maar dat laat hij nu niet gebeuren. Hij trekt mijn gezicht naar achteren.
“Alleen weglikken nu,” gebiedt hij me nu.
Ik weet dat ik geduld moet hebben. Langzaam verschijnen de nadruppen. Eén voor één lik ik ze weg. Niets meer, niets minder. Ik voel me heel gehoorzaam. Vol eerbied ook voor die kleine druppels. Ze voelen als een gift, een toegift.

Pas dan realiseer ik het me: ik heb gefaald. De allereerste keer en ik heb al gefaald. Mijn Meester is klaargekomen. In mijn mond. Zonder zijn toestemming.
Ik weet wat ik moet doen, nu. Voorzichtig sta ik op. Mijn ogen nu geloken. Mijn hoofd gebogen. Ik draai me om, leg mijn handen in mijn nek en schuifel naar waar ik hoor. In de hoek van de kamer. Mijn plek. Mijn plek nu waar ik mag wachtten totdat ik gestraft ga worden. Ik neem mijn houding aan. Ach, hij is klassiek, die van het gestrafte kind. En het te straffen kind, dat ben ik. Weet ik, hoop ik. Want oh wat heb ik dit nodig.

Laat hij me lang wachten? Ik heb geen idee. Ik ben alleen maar met mezelf bezig. Zelfverwijt. Schuldgevoel. Tollende gedachten.
Oh, mijn God. Het is nog erger. Ik heb niet gewacht op zijn tikje op mijn wang. Het knielen voor hem direct daarna. Het afwachten van zijn oordeel. Ik ben het niet waard zijn Slavin te zijn.
Tot zijn stem klinkt. Zo heerlijk ‘gewoon’. De stem die mij gebiedt om mijn straf te ondergaan.
“Kom,” is alles wat hij zegt. Gaat alles dan toch goedkomen?
Ik kom. Natuurlijk kom ik. Met mijn blik nog richting vloer weet ik hem feilloos te vinden. Midden in de kamer gezeten op zijn rechte stoel zonder leuning.
Ik leg me over zijn knie. Zorg dat mijn tenen nog net de vloer raken. Zoek steun met mijn handen. Schuif even heen en weer over zijn knieën. Pas als ik weet dat mijn billen klaar liggen voor zijn handen ontspan ik.
Hij strijkt mijn rok naar boven, mijn slip naar beneden. Ik wil dat hij meedogenloos is. Hard. Snel misschien. Ik wil de pijn voelen. En... ik wil me laten gaan. Ik wil gewoon dat hij me heel hard straft. Zonder mededogen. En ik wil, ik hoop, dat er geen verzet komt. Van mij. Alleen maar overgave. Het incasseren van de pijn. Het laten oplossen van mijn schuld.
Hij vervult mijn wens.
woede, ijdelheid, jaloezie, onmatigheid, luiheid, hebzucht en ...