Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 0 Aangemeld: n.v.t.
Beoordeling: Stemmen: 1 | Gepost op maandag 02 december 2019 - 04:50 pm: | |
waarin Denise haar lot tard ... op meer dan één manier |
dit verhaal maakt deel uit van Haremslavin (hoofdstuk 14) voor de verandering weinig sm actie, wel veel verwikkelingen wat handig is om te weten: Denise is ontvoerd en opgenomen in de harem van de Sheikh. Wat je verder moet weten: Nadira is Gastvrouw van de Sheikh, de hoogste vrouw in de harem Ghizlan is slavin van de Sheikh en bediende van Nadira een Ouvrière is een afgedankte slavin Adilah en Aisha zijn de slavinnen die Denise opvingen in de Harem: Hoe je een slavin wordt Joanneke is een lang geleden voor de Harem ontvoerd Nederlands meisje, en daarna verdwenen ‘s Ochtend vroeg kreeg Denise weer vrolijk bezoek. Dit keer alleen van Adilah en Aisha. “Je bent geslaagd,” riepen ze beide uitbundig: “avec distinction”. ‘Betekende dat niet “cum laude”,’ dacht Denise, ‘hoezo cum laude?’ “Leg uit.” “Nou, onze Meester wil van alles voor je regelen, en dat doet hij echt niet zomaar.” “Van een Ouvrière hoorden we dat hij van alles voor je besteld heeft.” “De Kleedster, ook een Ouvrière natuurlijk, vertelde dat ze allemaal deux pièces moest bestellen en in zoveel mogelijk verschillende modellen. Met bijpassende pumps, en ik geloof zelfs een paar naaldhakken. Wat dat ook allemaal moge zijn.” “En van het Magazijn hoorden we dat ze wetboeken moest bestellen.” “Dus wat hij allemaal van plan is met je?” ‘Oh mijn God,’ dacht Denise, ‘ik ben bang dat ik dat wel weet. Hij wil me echt als zijn advocate. Ongetwijfeld inclusief de bijbehorende vernederingen. Die man is echt slecht. Dat ik hem ooit bewonderd heb.’ Ze vergat maar liever dat ze meer had gevoeld dan bewondering. “Maar we komen eigenlijk ook om je te vertellen dat je vanochtend even jezelf moet vermaken.” “Want wij moeten onze Meester vermaken.” “Hij zal gisteren niet genoeg aan zijn trekken gekomen zijn.” “En we hebben nog zo ons best gedaan.” “Misschien wil hij wel nog meer.” “Of misschien werd hij opgewonden van alle plannetjes die hij voor Denise bedacht heeft.” “Dat zal het zijn,” lachte Adilah. ‘Ja, dat zal het zijn,’ dacht Denise verbitterd terwijl de meisjes haar verlieten. ‘Geeft niet: tijd voor mij om in actie te komen.’ Ze wachtte een kwartiertje en luisterde toen heel goed. Het was heel rustig: de meisjes waren vast druk bezig met de Sjeik. Ze stond op en liep naar de spiegeldeur. Tijd om verder op verkenning te gaan. Ze wilde vanochtend de buitenmuur van de gang gaan verkennen. Ze had besloten het extra voorzichtig aan te pakken. Eerst één deur uitproberen en daarna direct weer naar haar kamer terug. Als er dan na een tijdje nog niets was gebeurd zou ze de volgende pas nemen. Maar eerst heel voorzichtig de spiegeldeur openen en net zo voorzichtig om het hoekje kijken. Veilig. Niemand te zien. Niets te horen. Ze sloop naar de dichtstbijzijnde deur. Ze voelde aan de deurklink. Niet op slot. Voorzichtig duwde ze tegen de deur. Hij ging niet open. Ze gebruikte wat meer kracht. Nog steeds niet. Toen uit volle macht. De deur ging heel traag open. Hij was echt erg zwaar. Ze zag waarom: hij leek gepantserd en was erg dik. Toen die op een kiertje stond luisterde ze. Ze hoorde veel gezoem en gebrom. Geen stemmen, geen voetstappen. Na nog een tijdje geluisterd te hebben kwam ze tot de conclusie dat de geluiden monotoon waren. Geen menselijke activiteit te horen. Ze opende de deur verder en stak voorzichtig haar hoofd door de opening. Wat ze zag waren grote machines en veel pijpleidingen. Ze deden haar aan verwarmingsinstallaties denken. En ze zag grote vierkante kasten, dat leken haar generatoren. Eentje bromde behoorlijk heftig. Als je die uitschakelde had het gebouw geen stroom meer. Ze telde er vier. Zelfs als er drie uitvielen bleef er nog altijd één over. Zelfs ziekenhuizen kenden een dergelijke driedubbele beveiliging niet volgens haar. Heel veilig dus, tenzij je ze allemaal zou saboteren. Daar hadden ze vast niet op gerekend. Had het paleis in één klap geen stroom meer. Deed niets het meer. Grote chaos zou dat veroorzaken. Zeker als je bedacht dat er maar twee mannen rondliepen en heel veel vrouwen. Allemaal slavinnen zonder opleiding. Immers, slavinnen werden door hun vader verkocht toen ze nog jong waren. Die hadden in hun dorp echt geen beroepsopleiding gekregen. In het beste geval konden ze lezen, schrijven en rekenen. Lullig voor hen, maar handig voor haar. Zo zou ze veilig kunnen ontsnappen. Goed plan. Maar nu eerst terug naar haar kamer om er beter over na te gaan denken. Met moeite kreeg Denise de loodzware deur weer dicht. Ze sloop door de gang naar haar deur. Keek door de spiegel. En zag Ghizlan. Ze dook weg. Maar realiseerde zich direct daarna dat Ghizlan haar niet kon zien. Ze liep weer terug en bekeek de situatie. Het was duidelijk dat Ghizlan op haar wachtte. Onderzoekend bekeek ze de kamer en liep toen weg. Gelukkig, daar was ze door het oog van de naald gekropen. Maar ze had te vroeg gejuicht. Ghizlan liep de kamer uit, de open ruimte in. Daar bleef ze staan, op een paar meter van de kamerdeur, maar nog steeds met zicht op de spiegeldeur. Ze keek onderzoekend van links naar rechts en weer terug. En bleef toen wachten. Alsof ze wist dat Denise niet echt weg was. Als ze via de gang uit een andere kamer te voorschijn wilde komen had Ghizlan zó door waar ze vandaan kwam. Ze kon beter open kaart spelen. Met trillende knieën opende ze de spiegeldeur. Meteen liep Ghizlan naar haar toe. Ze keek een beetje triest naar haar. “Kom mee,” zei ze zacht. Denise gehoorzaamde zonder vragen. Ze maakten een flinke wandeling en met elke extra meter die ze liepen werd het Denise duidelijker waar ze naar toe gingen: Nadira. Bij haar vertrekken aangekomen deed Ghizlan de deur open en liet haar voorgaan. Denise liep met lood in de schoenen, nou ja op blote voeten, naar het vertrek waar ze Nadira verwachtte. Nadira zat op de sofa en wachtte haar duidelijk op. Ze gebood Denise naast haar te gaan zitten. Bedremmeld deed Denise wat haar gevraagd werd. Nadira had duidelijk geen oog voor de ontreddering waar Denise zich in bevond, want zodra ze zat omhelsde Nadira haar. “Ik heb na gisteren zo naar je verlangd.” “Verbaasd keek Denise haar aan en zag nu pas de glinstering in Nadira’s ogen. Denises ontreddering gleed van haar af. Alles zou goed komen. Nadira kuste haar. Denise kuste haar terug. Het kussen werd vrijen. En geen van beiden hadden in de gaten dat Ghizlan naast hen was komen staan. Ghizlan kuchte bescheiden. En toen de vrouwen daar niet op reageerden, nog wat harder. Daar schrokken beide van. Geërgerd richtte Nadira zich tot Ghizlan: “Wat is er.” “Ik moet u iets melden, mevrouw,” sprak Ghizlan timide. “Nou, ik hoop voor jou dat het knap belangrijk is. Zie je niet dat ik bezig ben!” Ghizlan kreeg tranen in haar ogen, zo’n pijn deed de reactie van Nadira en vooral de toon daarvan. Nadira zag het niet, ze was te veel bezig met Denise en wat ze haar allemaal wilde gaan vertellen. “Toen ik op de kamer van Denise kwam, mevrouw, was zij er niet. Even later kwam Denise door de spiegeldeur naar binnen, mevrouw.” “Allemachtig, Denise, hoe kon je zo stom zijn,” barste Nadira uit. “Dit kan ik niet voor je oplossen. Weet je niet hoe grote kans er is dat je gespot bent. Waar ben je in godsnaam geweest?” “In een ruimte met allemaal machines, generatoren en zo,” antwoordde Denise timide. “Ongelofelijk. Dat je juist daar bent gaan gluren! Die ruimte wordt elektronisch bewaakt. Die ruimte vormt het hart van het hele paleis.” Dat had Denise dus ook al bedacht, maar had alleen de foute conclusie getrokken. “Ik ben niet naar binnen gegaan, mevrouw,” die zich heel erg schaamde voor haar eigen domheid, “heb alleen even om de hoek van de deur gekeken, mevrouw.” “Je hebt mazzel dat je niet naar binnen gegaan bent. Had je het wel gedaan, dan was het alarm afgegaan. Nu hebben we nog even tijd voordat de beelden bekeken worden.” Nadira ontdekte nu pas dat Ghizlan nog steeds stond te wachten. “Je kunt gaan meisje,” en veel zachter alsof ze nu pas naar Ghizlan keek: “Je hebt het goed gedaan, Ghizlan.” Ghizlan droop stilletjes af naar Nadira’s slavinnenkamer. “Waarom toch, Denise?” Denise zocht wanhopig naar de juiste woorden maar kon ze niet vinden. “Over drie dagen word ik gebrandmerkt. Ik wil hier niet voor altijd blijven. Ik wilde ontsnappen.” “Beteken ik dan niets voor jou, Denise?” Denise begon stil te huilen. Dat deed Nadira’s verbittering verdwijnen. Ze nam Denise in haar armen. Het stille huilen veranderde in een heftige huilbui. “Stil maar kleintje, stil maar,” troostte Nadira, “en ik heb het gehoord, van gisteren. Ik vind het ook verschrikkelijk. Ik denk dat ik ook zou willen ontsnappen als ik jou was, ook al zou het me mijn leven kosten.” Nadira wiegde Denise een tijdje heen en weer en langzaam kwam ze weer tot rust. Na haar nog een extra knuffel te hebben gegeven, liet Nadira Denise eindelijk weer los. Ze stond op en liep naar de slavinnenkamer, deed de deur dicht en ging weer naast Denise zitten. “Ik heb na gisteren ook nagedacht,” begon ze, “en ik denk dat ik misschien een oplossing weet. Maar eerst moet je me vertellen waarom je zo dom was om de Slang binnen te gaan.” Denise keek haar vragend aan. “We noemen het de Slang omdat hij alles verbindt, heel stil is, en dodelijk kan zijn voor wie hem trotseert.” “Eergisteren ben ik er ook geweest. Toen heb ik een heel stuk van die eh Slang verkend. Heel veel kamers gezien. Niemand was er. Het was heel erg stil. Vandaag wilde ik de andere kant verkennen.” “Meisje meisje, weet je dan niet waarom je niet betrapt werd? Waarom het zo stil was?” Denise schudde van ‘nee’. “Een paar dagen geleden is één van de oude Ouvrières gestorven. Eergisteren was er een herdenkingsdienst voor haar. Alle slavinnen en Ouvrières waren daar bij.” ‘Behalve Ghizlan, en jij,’ dacht Denise. “Daarom was het zo stil. Daarom werd je niet betrapt. Je moet me beloven nooit meer zulke dwaze dingen hier te doen. Ik kan niet voorkomen dat je hiervoor gestraft wordt. Nu kan ik misschien nog zorgen voor een lichte straf, maar een volgende keer niet meer. En daarna is er zelfs geen volgende keer, dan is het voorbij.” Denise knikte gedwee. “Ik zal je helpen ontsnappen. Ik weet nog niet precies hoe, maar vóór je gebrandmerkt bent zorg ik daarvoor.” “Maar waarom zou u dat doen, mevrouw?” “Je bent ehh...” Nadira zocht naar de juiste woorden, “heel bijzonder. Ik laat me jou niet meer afpakken. Na Joanneke heeft Rashad het me beloofd. Jij zou van mij zijn. En nu...” “Na Joanneke?” “Ik val blijkbaar op mooie blonde blanke meisjes. Hij ook, hoewel?” “Hij wil me als zijn advocaat en alleen om mij voortdurend te kunnen vernederen,” zei Denise verbitterd. “Dat wist je dus al. Je hebt gelijk. De belangrijkste reden waarom hij altijd een blanke slavin heeft is dat hij gruwt van het Westen. Alleen al door het hebben van een blanke slavin vernedert hij het Westen. En nu heb jij hem op ideeën gebracht.” Nadira dacht even na. “Macht is voor hem heel belangrijk. Zijn zakenpartners vinden jou als advocaat èn slavin echt geweldig. Die heeft hij door jou in zijn macht. Dat is misschien nog wel meer de reden dan dat het hem zelf nou zozeer opwindt. Hij zal je isoleren van de andere slavinnen. Je zal òf naakt zijn, of westerse kleding aanhebben. Je zal niet vrij mogen rondlopen. Je zal nooit meer naar mijn vertrekken mogen komen. Je zult leven voor het plezier van zijn gasten en het werk dat je voor hem moet verrichten. Want vergis je niet: het is geen grap van hem om je als zijn advocaat te willen. Hij schijnt te weten dat je bekwaam bent.” Ze zuchtte even heel diep en schudde haar hoofd. Net alsof ze dit deel van Denise niet erg kon waarderen. Had ze een hekel aan advocaten? Of aan intellectuele vrouwen? Denise wist het niet en vond het ook niet belangrijk. Wat telde was dat Nadira haar zou helpen ontsnappen. Eindelijk voelde ze weer echte hoop. Nadira was inmiddels opgestaan. Ze deed de slavinnenkamer open. Denise hoorde haar zeggen: “Het spijt me, Ghizlan, dat ik jou moest buitensluiten. Ik weet dat je dat pijn doet. Maar soms is het beter dat je dingen niet weet. Kom, breng Denise zo weg en kom dan snel terug. Dan zal ik je als troost even heel bijzonder gaan verwennen. En daarna mag jij dan mij verwennen.” “Dat zou ik heerlijk vinden, mevrouw,” klonk het hees. “Breng Denise naar Achad en vertel hem wat je gezien hebt. Zeg erbij dat ik gevraagd heb of hij haar streng wil straffen. Maar dat ze binnen drie dagen hersteld moet zijn. Vóór de verkoop dus.” Ghizlan kwam met dikke ogen binnen om Denise op te halen. Had ze gehuild? Tijd om daar bij stil te staan had ze niet. De woorden van Nadira zongen nog door haar hoofd: of Achad haar streng wilde straffen, maar dat ze wel binnen drie dagen hersteld moest zijn. Was dat Nadira’s idee van een lichte straf? © Paul Gérard
| Haremslavin | | incl. verzendkosten Erobird Boekwinkel | paperback editie: € 15,00 | hardcover de luxe: € 17,50 |
|
verhalen maken dromen waar
|