home
spankingforum.nl
smverhalen.nl
Spanking & Sm Forum

Forum:
Welkom
SpankingForum
SM Verhalen
Spanking Verhalen
Overzicht & Uitleg

Zoek op:
verhalen om mee te beginnen   om mee te beginnen
Goud! prachtige en milde verhalen, eerste keus van de Beheerder  prachtig en mild
Verhalen met heel bijzonders volgens de Beheerder - glij over het pictogram om te weten wat    bijzonder
  spanking verhalen
verhaal pictogram
schrijversnaam
uitgebreid zoeken

Nieuw:
Afgelopen Week
Afgelopen 2 Weken
Afgelopen Maand

Handig:
Aanmelden
Log In
Log Uit
Wijzig Profiel
Site-etiquette
FAQ: veelgestelde vragen

Aanbevolen:
Erobird Boekenwinkel

sm & spanking verhalen & forum

Welkom
Forum
Verhalen
Spanking
Verhalen
  Verhalen
Zoeken
Boekwinkel
Aanmelden
Log In  Log Uit

Beoordeel dit bericht door een getal te selecteren. 1 is het slechtste en 5 is het beste.

    (Slechtste)    1    2    3    4    5     (Beste)

Begin van paginaVorig berichtVolgend berichtEind van pagina Maak een Link naar dit bericht (met rechter muisklik, kies: Snelkoppeling Kopiëren!)

anima
Bevlogen lid

Bericht Nummer: 0
Aangemeld: n.v.t.

Beoordeling: 
Stemmen: 3

Gepost op dinsdag 09 oktober 2007 - 07:37 pm:   


Een poging om mijn gedool door zijn bril te bekijken


“Wil je wat eten?”
“Nee, dank je.”
“Heb je geen honger dan?”
“Nee, écht niet. Dank je."


De ergernis groeit hoorbaar bij elke ‘dank je’ - eigenlijk had ik niets anders verwacht. Niet omdat ik haar zo vaak verwen - die haast kinderlijk onschuldige dankbaarheid in haar ogen te zien twinkelen is trouwens waar ik het om doe; nee, haar irritatie verbaast me geenszins omdat ik haar kén en wéét hoe ze al een hele dag aardig probeert te zijn tegen iedereen, hoe ze al uren meer overleeft dan leeft tussen al die sociale maskers die mensen opzetten, druk taterend, meestal zonder echt veel te zeggen.

“Een glas Margaux misschien?”
“Néé dank je.”


Daarom kan ik het haar ook niet kwalijk nemen. Ze is sterk en groeit elke dag nog, daar waak ik uiteraard over – haar breken is niet mijn doel - maar ze is kwetsbaar, mijn meisje, niet opgewassen tegen de verstikkende grijsheid van elke dag, net omdat ze zo anders is. Natuurlijk zoekt ze wanneer ze maar kan haar toevlucht tot bronnen van schoonheid en verwondering, maar op een of andere manier volstaan die niet als tegengif - als veilige schuilplaats.

‘Het is jammer,’ zei ze al zo vaak bij wijze van verontschuldiging, ‘dat jij meestal de laatste bent die ik op een dag zie. Dat het dan op is; ik.’ Eigenlijk is het een zeer stuntelige manier om uiting te geven aan haar gevoel dat ik dus de éérste zou moeten zijn, dat ik voor haar eigenlijk de belangrijkste persoon in haar leven ben, dat besef ik allemaal wel; een liefdesverklaring is het, niets minder.

“Wil je iets anders?”
“Nee.”

“Echt niet?”
“Néé!”


Stout, stout meisje. En toch ook weer niet. Meer dan een paar minieme duwtjes waren er dus niet nodig om haar hier te krijgen. Om te rechtvaardigen dat zich op de blanke huid van haar hals nu rode vlekken aftekenen onder mijn hand, dat ze geen vin meer verroert nu ik de tijd, ja, eigenhandig heb stilgezet.
Als ik zin heb om haar te zien trillen dan laat ik haar trillen, als ik wil dat ze mij voelt, mijn zoete pijn ondergaat, dan accepteert ze die; voor al die dingen heb ik geen enkele reden nodig. Maar wanneer men een weerbarstig en in zichzelf gekeerd meisje moet laten inzien wat goed is voor haar, wanneer men haar wenst te onderrichten, tja, dan dient men nu eenmaal bepaalde stappen te volgen.

“Ik denk...dat jij wél nog iets wilt. Nee, ik denk, dat jij zelfs iets nódig hebt.”
“Ik heb écht niets nodig.”
“Zo zie je er niet uit, wel integendeel. Meer nog, volgens mij voel je zélf donders goed dat ik gelijk heb, nietwaar?


Dat ze nu niets meer zegt kan twee dingen betekenen; of ze tracht, indien haar verzet nog groot is, de situatie in te schatten, of, wat gezien haar vermoeidheid waarschijnlijker is, ze denkt niets meer en wacht tot ik meedeel wat er gaat gebeuren.

“Dan zal ik het zeggen, omdat ik medelijden met je heb. Déze keer. Wat jij nodig hebt, zijn gloeiende billen.”

Als men de hals van een tot inzicht komend meisje loslaat, als men niet langer haar kin optilt om de diepte van haar waterige ogen te peilen, dan heeft dat meestal een uiterst merkwaardig fenomeen tot gevolg, namelijk dat haar hoofd eensklaps niet meer in staat blijkt de zwaartekracht te trotseren.

“Zal ik je nog meer helpen?”

Een verlegen knikje tussen hangende schouders bewijst dat ze niet van slechte wil is. En als ik me niet vergis, zat dat natte vlekje net nog niet op haar kraag.

“Vraag het dan. Geen schaamte.”
“Wil je alsjeblieft…?”
“Alsjeblieft wat? Zeg het meisje, laat me trots op je zijn.”
“Wil je me…wil je me…slaan?…Alsjeblieft?”


Haar ongecontroleerde schokken en snikken doen mij waarschijnlijk meer pijn dan haar, maar haar nu omhelzen zou een vergissing zijn, het zou haar leren dat er na elk ongemak, na elke moeite of vernederend moment meteen een knuffel komt, dat elk lijden metéén beloond dient te worden, dat ik me aan een bepaalde sequentie van handelingen dien te houden, dat zij verwachtingen mag koesteren en uiteindelijk misschien zelfs eisen kan gaan stellen. Het enige wat ze mag verwachten, is dat ik haar nooit alleen zal laten.
Dat is de essentie. De vorm waarin deze aan haar verschijnt, kies ik zelf.

“Doe je broek uit. Nu. Je slip ook, en ga plat op je buik liggen.”

De vorm is vandaag het rietje.

Nog even, en ze is weer thuis.
eigendom van H. Wotton