home
spankingforum.nl
smverhalen.nl
Spanking & Sm Forum

Forum:
Welkom
SpankingForum
SM Verhalen
Spanking Verhalen
Overzicht & Uitleg

Zoek op:
verhalen om mee te beginnen   om mee te beginnen
Goud! prachtige en milde verhalen, eerste keus van de Beheerder  prachtig en mild
Verhalen met heel bijzonders volgens de Beheerder - glij over het pictogram om te weten wat    bijzonder
  spanking verhalen
verhaal pictogram
schrijversnaam
uitgebreid zoeken

Nieuw:
Afgelopen Week
Afgelopen 2 Weken
Afgelopen Maand

Handig:
Aanmelden
Log In
Log Uit
Wijzig Profiel
Site-etiquette
FAQ: veelgestelde vragen

Aanbevolen:
Erobird Boekenwinkel

sm & spanking verhalen & forum

Welkom
Forum
Verhalen
Spanking
Verhalen
  Verhalen
Zoeken
Boekwinkel
Aanmelden
Log In  Log Uit

Beoordeel dit bericht door een getal te selecteren. 1 is het slechtste en 5 is het beste.

    (Slechtste)    1    2    3    4    5     (Beste)

Begin van paginaVorig berichtVolgend berichtEind van pagina Maak een Link naar dit bericht (met rechter muisklik, kies: Snelkoppeling Kopiëren!)

Jip
Beginnend lid

Bericht Nummer: 0
Aangemeld: n.v.t.

Beoordeling: 
Stemmen: 2

Gepost op zondag 22 juni 2014 - 12:30 pm:   


Over een volwassen spijbelaar en een volwassen straf


Ik draai me nog een keer om. Door een kier tussen de gordijnen komt al een beetje zonlicht de kamer in en de groene, digitale cijfers van de wekkerradio geven aan dat die over vijf minuten onverbiddelijk zal gaan. Ik ben al uren wakker. Elke vijf minuten zie ik wanhopig dat het weer vijf minuten later is en dat ik nog steeds wakker ben. Juist vannacht had ik goed willen slapen en uitgerekend vannacht is dat niet gelukt, terwijl ik er toch alles aan gedaan heb. Ik heb flink gesport gisteravond, zodat ik lekker moe werd. Daarna heb ik met een boek in een heet bad gelegen tot ik me helemaal rozig en ontspannen voelde. En ik ben op tijd naar bed gegaan om ruim acht uur te kunnen slapen. Maar in plaatst daarvan heb ik acht uur lang naar het plafond liggen staren en jaloers liggen luisteren naar mijn man Paul, die wel lekker sliep.

Het is een hele belangrijke dag vandaag. Ik moet vanmiddag om twee uur de eerste resultaten van mijn promotieonderzoek presenteren aan de onderzoekscommissie, een commissie van allemaal wijze mannen die zeer kritisch naar mijn presentatie zullen kijken en elk klein foutje genadeloos bloot zullen leggen. Ik weet dat ik me ontzettend goed heb voorbereid en dat er geen fouten meer in mijn presentatie zitten, ook geen kleine. Die zijn er allemaal al lang uit gehaald door mijn zeer kritische student assistente. Nadat ze de eerste versie had gelezen, keek ze me onderzoekend aan.
“Hoe eerlijk wil je dat ik ben?” vroeg ze.
“Heel eerlijk,” zei ik meteen.
En dat heb ik geweten.
Eindeloos veel versies heeft ze gelezen en van haar zeer scherpe commentaar voorzien.
“Gelul,” stond er soms in de kantlijn of “vaag” en “niet onderbouwd”.
Daarna deed mijn professor het nog eens dunnetjes over, in iets academischer termen weliswaar, maar toch. Nu ben ik eindelijk zover dat ik voor het eerst met de billen bloot moet bij de onderzoekscommissie en die gaat vandaag beslissen of ik überhaupt verder mag met mijn onderzoek. Ik dacht dat ik er klaar voor was, maar na vannacht weet ik zeker dat het vandaag niets gaat worden. De presentatie kan zo niet doorgaan, maar afzeggen is geen optie. Dat zal de commissie niet zomaar accepteren. Ik moet dus snel iets verzinnen.

De wekkerradio gaat zonder pardon. Ik draai me om en doe alsof ik nog slaap. Paul is meteen wakker. Hij roept me twee keer, maar ik reageer niet. Paul doet het lampje naast ons bed aan, het licht schijnt recht in mijn ogen. Kreunend kom ik overeind.
“Oh, wat voel ik me beroerd,” klaag ik.
“Wat is er dan?” vraagt Paul bezorgd. “Last van zenuwen?”
“Ik ben ziek,” kreun ik. “Ik blijf in bed vandaag.”
Paul kijkt me aan met gefronste wenkbrauwen. Oeps, denk ik, hij vertrouwt het niet helemaal. Paul komt naast me op bed zitten. Hij veegt mijn pony uit mijn gezicht en legt een bezorgde hand op mijn voorhoofd.
“Wat scheelt er dan aan liefje?”
Het klinkt poeslief, maar ik ben op mijn hoede.
“Eh, een griepje denk ik, niets ernstigs, gewoon een dagje lekker in bed blijven.”
“Je voelt anders helemaal niet warm aan, volgens mij heb je geen koorts.”
“Wat maakt dat uit, als ik zeg dat ik ziek ben, dan ben ik ziek. Dat bepaal ik zelf.”
Ik probeer verontwaardigd en overtuigend te klinken, maar ik maak weinig indruk.
“Dat ben ik niet helemaal met je eens. Natuurlijk neem jij je eigen beslissingen, maar het is mijn taak om je daarbij te helpen. Dus, wat is er aan de hand?”
“Dat heb ik je toch al gezegd, ik ben ziek!”
“Oké, dan moeten we eerst maar eens kijken of je inderdaad koorts hebt.”
“Hoe bedoel je?,” vraag ik geschrokken.
“Precies zoals ik het zeg.”
Ik draai me op mijn buik en verstop me onder het dekbed om nog maar eens duidelijk te maken dat ik echt niet van plan ben om op te staan. Paul loopt naar de badkamer. Even denk ik dat hij gewoon gaat douchen. Dan staat Paul ineens weer naast het bed. Hij slaat het dekbed terug en gaat naast me zitten. Ik probeer te doen alsof ik het niet merk. Dan voel ik Paul zijn handen om mijn middel. Grote sterke handen trekken me aan mijn heupen omhoog en voor ik het weet lig ik over Paul zijn schoot met mijn bovenlichaam op het bed en mijn benen buiten boord. Geschrokken kijk ik over mijn schouder. Ik zie Paul zijn koele blik, niet de blik van een man die medelijden heeft met zijn zieke vrouw, meer de blik van iemand die het niet vertrouwd. En ik vertrouw het ook niet. Met ingehouden adem wacht ik op wat er gaat gebeuren.

Paul schuift mijn nachthemd omhoog.
“Zo dame,” zegt hij, “billetjes bloot.”
“Waarom?,” vraag ik.
Ik probeer overeind te komen, maar Paul houdt me tegen.
“Hierom,” zegt hij en hij houdt een klein metalen kokertje voor mijn gezicht.
“Wat is dat?” vraag ik met een bibberig stemmetje.
“Dat weet je best,” zegt Paul rustig. “Hiermee ga ik even je temperatuur opnemen. Tussen je billen uiteraard.”
“Maar,” protesteer ik, “we hebben ook een digitale oorthermometer. Die is net zo goed.”
“Toch gaan we het nu hiermee doen. Als je echt koorts hebt, dan krijg je een flinke dosis paracetamol in je kontje en zal ik je de rest van de dag verzorgen. Maar als je geen koorts hebt, dan zal ik je laten voelen wat we hier in huis doen met meisjes die onder hun verantwoordelijkheid uit proberen te komen.”
Ik voel me boos. Zomaar een thermometer in mijn billen steken, wat denkt Paul wel. En ik probeer helemaal niet om onder mijn verantwoordelijkheid uit te komen, ik kan vandaag echt geen presentatie geven, ook al heb ik geen koorts. Waarom wil Paul dat nou niet begrijpen?

Paul schuift mijn slipje een stukje omlaag. Hij legt zijn hand op mijn blote billen.
“Ontspan je maar een beetje, dan is het zo voorbij.”
Ik zucht diep. Het beste dat ik nu kan doen is bekennen, dat scheelt me in elk geval een flinke vernedering. En een pak op mijn billen krijg ik sowieso, daar is geen ontkomen meer aan. Toch is er iets dat me tegenhoudt. Ik weet niet wat het is, trots, de behoefte aan controle of de ijdele hoop dat de thermometer met een verrassend resultaat zal komen. In elk geval houd ik mijn mond.
Paul duwt mijn billen voorzichtig uit elkaar. In een reflex knijp ik ze weer samen.
“Buig je knieën,” commandeert Paul.
Ik doe wat hij zegt en ik voel mijn billen vanzelf van elkaar glijden. Meteen duwt Paul de thermometer naar binnen. Het voelt koud en ongemakkelijk. Echt pijn doet het niet, maar mijn wangen gloeien van schaamte. Wat is dit gênant. Pauls hand rust ontspannen op mijn billen met de thermometer tussen zijn vingers. Met zijn andere hand streelt hij voorzichtig over mijn rug. Ik begin me zowaar een klein beetje te ontspannen.
“Zo,” zegt Paul, “klaar alweer.”
Hij trekt de thermometer terug.
“En, wat denk je?”
Ik kijk Paul aan met de zenuwen in mijn lijf.
“36.9, niets aan de hand dus. Tijd voor een flinke straf, lijkt me.”

Paul gaat op de rand van het bed zitten. Hij legt me over de knie met mijn billen precies onder zijn rechterarm, zodat hij goed uit kan halen. Ik steun met mijn handen op de vloer en kijk onder Paul zijn benen door naar mijn eigen voeten, die de grond net niet raken. Paul tilt mijn nachthemd op en schuift mijn slipje omlaag tot bij mijn knieën.
“Paul, het spijt me,” zeg ik zachtjes.
“Daar ben je een beetje laat mee. Je krijgt nu eerst billenkoek en daarna mag je je excuses aanbieden. Maar als teken van goede wil mag je wel zelf om je straf vragen. Zeg me maar na: ik ben een stout meisje en ik wil dat je me voor mijn billen geeft tot ze warm en rood zijn.”
“Nee,” smeek ik, “dat kan ik niet.”
“Ook goed, als je maar weet dat ik heel boos op je ben en dat ik het heel vervelend vind om dit ‘s morgens vroeg al te moeten doen.”
Anders ik wel, denk ik.
Paul is geen man van heftige emotionele uitbarstingen. Zelfs als hij me straft gaat dat heel kalm en beheerst. Paul lijkt altijd precies te weten hoeveel pijn hij via mijn billen naar mijn hersenen stuurt. Dit keer zal het veel pijn zijn, dat is wel duidelijk. Paul pakt me stevig bij mijn haren en trekt mijn hoofd omhoog. Au, dat doet zeer! Hij houdt zijn gezicht vlak bij mijn oor, zodat ik zijn rustige kalme woorden goed kan horen.
“Ik ga je een flink pak op je billen geven omdat je geprobeerd hebt om me te beduvelen. Als er iets is wil ik dat je dat gewoon tegen me zegt. Is dat duidelijk?”
“Ja Paul,” fluister ik.
Paul laat mijn haar los en duwt mijn hoofd weer naar beneden.

Paul slaat me langzaam en hard op het rondste stuk van mijn billen. Zijn hand voelt aan als een houten plankje dat met een behoorlijke vaart tegen mijn achterwerk wordt geslagen. Het doet zo gemeen zeer dat ik meteen begin te kermen. Meestal lukt het me wel een tijdje om stil te blijven, maar meestal doet het ook niet zo”n pijn. Het lijkt allemaal zo anders, het geluid van zijn hand op mijn billen, de akelige, brandende pijn die na elke klap erger wordt. Paul is echt heel boos op me, dat is duidelijk. En de straf is nog maar net begonnen. Ik kan toch niet nu al in tranen uitbarsten, dan laat ik me wel erg kennen. Wanhopig kijk ik naar mijn eigen voeten die bij elke klap de lucht in schieten. Het gaat helemaal vanzelf, ik kan er niets aan doen. Hoe ga ik dit ooit volhouden?
Ik knijp mijn ogen dicht. Nu is er alleen nog maar geluid. Het geluid van kletsen op mijn ronde melkwitte bips, die nu vast niet zo heel melkwit meer is, en het geluid van mijn eigen gekreun en gesteun. Ik wou dat ik mijn vingers in mijn oren kon stoppen om de geluiden die ik produceer niet te hoeven horen. Ik haat het als ik mezelf zo laat gaan. Paul legt zijn hand op mijn rug en duwt me stevig tegen zich aan. Het is fijn om zijn warme lichaam te voelen. Even denk ik dat Paul dit doet om me te helpen nu ik het zo moeilijk heb. Dan merk ik dat hij me alleen maar in bedwang wil houden terwijl hij me een aantal extra harde klappen geeft op de plek waar mijn billen overgaan in mijn bovenbenen. Ik blaas tussen mijn tanden. Ik wil niet huilen, ik wil niet huilen, ik wil niet huilen, denk ik. Paul stopt met slaan. Zijn hand aait zachtjes over mijn billen. Het voelt raar dat hij ineens zo teder doet. Raar, maar ook fijn.

“Meisje toch, wat maak je het jezelf moeilijk,” zegt Paul.
Zijn woorden raken me en ik voel nu echt iets prikken in mijn ogen. Ik wil wel huilen, maar de tranen komen niet. Iets in mij houdt ze tegen.
“Het spijt me dat ik het jou moeilijk maak,” zeg ik met een brok in mijn keel.
“Daar hoef je je niet druk om te maken, dat weet je best. Maar ik wil wel graag weten waarom je zo doet, vertel me dat eens?” vraagt Paul.
“Ik weet het niet,” zeg ik.
Ik weet het wel, maar ik wil het niet zeggen. Ik wil niet toegeven dat ik bang ben om te falen.
“Nou, dan moet je daar nog maar eens goed over nadenken tijdens de rest van je straf. Als ik je zo hoor zijn je billen nog lang niet rood genoeg.”

De straf gaat weer verder. Paul verdeelt de klappen over mijn billen in een hoog tempo. Het doet natuurlijk pijn, maar de pijn lijkt toch minder intens dan eerder. Ik kan de klappen aardig opvangen met mijn bilspieren en ik ontdek een ritme, links, recht, links, rechts. Het is als het oude kinderversje, klits klets klandere van de ene bil op de andere. Ik zeg het op in mijn hoofd als een soort mantra en dat helpt me om de pijn te doorstaan.
Paul stopt met slaan. Mijn billen gloeien. Het doet hartstikke zeer, maar ik heb het volgehouden. Paul helpt me overeind. Hij zet me voor zich op de grond, zodat ik recht in zijn ogen moet kijken.
“Ga je me nu eindelijk vertellen wat er aan de hand is?” vraagt hij.
Ik voel irritatie en verzet.
“Dat heb ik al gedaan!” roep ik, “Ik ben gewoon ziek verdomme.”
“Zoals je wilt,” zegt Paul.

Hij staat op, legt een kussen midden op het bed.
“Liggen”, commandeert hij.
Ik zucht diep.
“Paul, kunnen we hier niet mee stoppen?” vraag ik.
“Dat heb je zelf in de hand,” antwoordt hij.
Paul legt me op mijn buik op het bed.
“Billen omhoog,” zegt hij.
Hij schuift mijn nachthemd weer omhoog en duwt het kussen onder me. Ik grijp het dekbed vast en volg Paul met mijn ogen. Paul opent de klerenkast. Hij pakt een brede lederen broekriem van het haakje aan de deur. De riem, denk ik, die doet echt heel erg zeer. En mijn billen doen al zo’n pijn. Waarom moet ik zo koppig zijn? Paul vouwt de riem dubbel, ik hoor de gesp rinkelen en het leer kraken. Dan hoor ik een luide knal en voel een explosie van pijn. Het is alsof de riem een diepe rode streep over mijn billen heeft gemaakt.
“Au!” gil ik.
De knallen gaan door en al snel heb ik mezelf niet meer onder controle. Ik spartel, gil en ruk aan het dekbed. Er woedt een brand op mijn billen die voorlopig niet meer geblust zal worden. De tranen dienen zich weer aan, vlak achter mijn ogen. Ik weet niet precies meer wat er gebeurd. Ik wordt opgetild, mijn nachthemd gaat uit en ik beland weer over Paul zijn knie. Hij geeft me flink billenkoek met zijn hand. Na een paar klappen stromen de tranen over mijn wangen.
“Goed zo meisje, laat het maar los,” zegt Paul.
Ik hoor dat hij de riem pakt.

Ik zit met mijn blote billen op Paul zijn schoot, ik huil tranen met tuiten. Paul houdt me vast en streelt me. Snikkend en bibberend vertel ik hem wat me dwars zit, dat ik de hele nacht wakker heb gelegen en dat ik zo bang ben voor vandaag.
“Ssst,” zegt Paul zachtjes, “stil maar. Ik snap dat je nerveus bent voor je presentatie, maar ik weet dat je het kan. En dat weet je zelf ook als je heel eerlijk bent. Ik geloof in je, je professor gelooft in je. Misschien moet je dat zelf ook eens een beetje gaan doen.”
Ik glimlach.
“Een beetje dan,” beloof ik.

Ik douche en kleed me aan. Een simpel rokje, een jasje en laarzen. Ik voel me moe, maar wel rustig. In de trein bekijk ik mijn presentatie nog een keer. Het ziet er allemaal logisch en duidelijk uit. Als een legpuzzel die al een heel eind af is.
“Misschien komt het allemaal wel goed,” zeg ik hoopvol tegen mezelf. “Misschien wel.”