home
spankingforum.nl
smverhalen.nl
Spanking & Sm Forum

Forum:
Welkom
SpankingForum
SM Verhalen
Spanking Verhalen
Overzicht & Uitleg

Zoek op:
verhalen om mee te beginnen   om mee te beginnen
Goud! prachtige en milde verhalen, eerste keus van de Beheerder  prachtig en mild
Verhalen met heel bijzonders volgens de Beheerder - glij over het pictogram om te weten wat    bijzonder
  spanking verhalen
verhaal pictogram
schrijversnaam
uitgebreid zoeken

Nieuw:
Afgelopen Week
Afgelopen 2 Weken
Afgelopen Maand

Handig:
Aanmelden
Log In
Log Uit
Wijzig Profiel
Site-etiquette
FAQ: veelgestelde vragen

Aanbevolen:
Erobird Boekenwinkel

sm & spanking verhalen & forum

Welkom
Forum
Verhalen
Spanking
Verhalen
  Verhalen
Zoeken
Boekwinkel
Aanmelden
Log In  Log Uit

Beoordeel dit bericht door een getal te selecteren. 1 is het slechtste en 5 is het beste.

    (Slechtste)    1    2    3    4    5     (Beste)

Begin van paginaVorig berichtVolgend berichtEind van pagina Maak een Link naar dit bericht (met rechter muisklik, kies: Snelkoppeling Kopiëren!)

Paul Gérard
Oppasser

Bericht Nummer: 0
Aangemeld: n.v.t.


Beoordeling: nog geen
Stemmen: 0

Gepost op zondag 06 november 2011 - 06:13 pm:   


waar Paul en Marny afwisselend dezelfde gebeurtenis beschrijven: zij de clïent en hij de therapeut


Inleiding door reintoch

Dit verhaal vormt een onderdeel van de cyclus "Therapeuten & Cliënten".
Het bestaat dankzij het feit dat schrijvers op elkaar zijn gaan reageren. Janneman verdient daarvoor de lof dat hij als eerste daarmee is begonnen.
Het is een buitengewoon vruchtbaar concept gebleken.
Brieven, reacties, en therapie sessies buitelden over elkaar heen.

Maar voor mij vormt dit verhaal in ieder geval het absolute hoogtepunt.
Het ontstond nadat de cyclus eigenlijk een beetje op een doodpunt was beland (want samen schrijven is denk ik één van de allerlastigste vormen van schrijven). Ik had zelf de eer om die impasse te mogen doorbreken. Paul pakte de uitdaging op.
Zijn eerste bijdrage hier opgenomen is het resultaat.
Het verwijst volop naar wat er daarvoor had plaatsgevonden. Ik heb zoveel mogelijk die verwijzingen in de vorm van een link daar naar toe geplaatst: .
Ook als er op een inhoudelijk interessante manier is gereageerd op een bijdrage, heb ik die voorzien van een link.

Het is uiteindelijk een verhaal geworden waarbij in iedere bijdrage zowel verdergegaan wordt als teruggekeken maar dan vaak met een geheel eigen beleving (en soms zelfs invulling) van wat daarvoor gebeurde.
En juist dàt maakt dit verhaal zo spannend.
Want steeds als je denkt dat je weet hoe het 'zit' blijk je weer op het foute been te zijn gezet.
Blijkt de schurk geen schurk, of toch weer wel. De slet geen slet, of ....
Veel leesplezier



Paul Gérard

therapeut P.: een nieuw gezicht, een nieuwe visie?



We verplaatsen onze aandacht naar de praktijkruimte van therapeut P.
Therapeut P. zit achter zijn bureau, een schrijfblok voor zich.
Schuin naast het bureau staat een fauteuil, voor de cliënt, nu leeg.
In de hoek bevindt zich een divan, een klassieke behandeldivan, ook leeg nu.
Daarnaast een fauteuil, identiek aan de eerste, hier voor de therapeut bedoeld.
Het is mevrouw M. die binnenkomt.
Onze therapeut verzoekt mevrouw naast hem plaats te nemen en vraagt wat de klachten zijn, zijn pen in de aanslag.
Mevrouw M. schudt haar hoofd: “ik heb geen klachten maar een klacht.”
De therapeut kijkt haar onbegrijpend aan.
Mevrouw M.: “u bent toch ook van de tuchtcommissie van de NPV? De Nederlandse Psychologen Vereniging.”
De heer P. knikt instemmend, “maar wat...”
“Ik heb een klacht over een collega van u. Lid van de NPV.”
Heer P. zucht en legt zijn schrijfwerk neer om een formulier te pakken: “vertelt u het maar.”
“Ik ben onder behandeling van de heer de Man. J. de Man. De heer de Man kan zijn ogen niet van mij afhouden. Iets wat wederzijds is overigens.”
“De heer de Man is een therapeut. Zijn beroepshouding...”
“U heeft gelijk, maar daar gaat het mij niet om. De heer de Man heeft mij hard aangepakt. Hij heeft mij ontkleed, mij vastgebonden, mij gegeseld.”
De heer P. siste tussen zijn tanden: “zo zo zo. Ik ben bang dat dat het eind betekent van de bevoegdheid van...”
“Met zijn bevoegdheid was niets mis. Hij handelde na consultatie...”
“Professionele consultatie?”
“Zeker, psycholoog R.”
“Dan heeft psycholoog R. dus naar uw inziens...”
“Mijn psycholoog heeft me eerst overgedaan aan zijn collega, de heer R. Na daarvoor zijn advies te hebben gevraagd.”
“Met uw toestemming?”
“Had hij die dan nodig?”
“Dat dunkt me wel. Zegt u nu zelf, overgedaan worden is toch voor een patiënt...”
“U ziet het verkeerd, ben ik bang. De heer M. had alle recht. En de heer R. ook. Ik ben...”
“Het spijt mij mevrouw, maar uw recht als patiënt werd ernstig geschonden op het moment dat...”
“Ik heb geen rechten.”
“U heeft geen rechten? Maar waarom komt u dan bij mij?”
Mevrouw M. zuchtte. Dit ging niet volgens plan. Ze probeerde het opnieuw.
“Het ging pas mis toen mevrouw A. er bij kwam.”
“Mevrouw A.?”
“Nou ja, Anima heet ze. Ze was mijn vriendin. Is. En na wat er allemaal gebeurd is...”
De heer P. keek haar vol verwondering aan.
“Anima is ook een patiënte. Niet van de heer M., maar van de heer R. En toen dus daarna ook van de heer M., de heer de Man.”
“Ook overgedaan?”
Mevrouw M. keek hem vragend aan: “Overgedaan? Hm, zo zou je het ook kunnen stellen. Maar nee, ik denk eigenlijk meer uitgeleend. Ja, uitgeleend is de correcte formulering.”
“Maar mevrouw M. Uitlenen doet men niet. Patiënten leent men niet...”
“Maar het was voor zijn eigen bestwil.”
“Voor wiens bestwil?”
“Nou voor de Man natuurlijk. Die had hulp nodig. En door mijn vriendin aan hem uit te lenen, kon hij eindelijk leren mij aan te kunnen. Door haar te laten toekijken, kon hij mij mijn lesje leren. Durfde hij dat dan eindelijk, denk ik. Omdat dat dan ook goed voor haar zou zijn. Om te kijken naar mij, bedoel ik.”
“Maar mevrouw, therapie is geen kijkdoos. U heeft recht op privacy, op....”
“Ik heb u toch al gezegd dat ik geen rechten heb. Nou ja, ik bedoel... Als u nu gewoon even luistert. Daar bent u toch zo goed in?”
De heer P. knikte gelaten. Dat was waar, daar was hij heel goed in. Ook zijn empatisch vermogen werd alom geroemd. Maar deze vrouw... Hoe ze sprak, hoe ze bewoog, wat ze zei.... het was verontrustend.
Maar ze had gelijk. Hij zou proberen te luisteren.
“U heeft vast helemaal gelijk. Dat wat mijn therapeut deed ethisch helemaal niet door de beugel kan. Maar het is een goed mens. Hij bedoelde het goed. Ik zie u nu al weer schudden dat dat niet terzake doet, maar het is wel zo. En uiteindelijk ben ik er beter van geworden. Heeft het me goed gedaan. Is mijn vriendschap met Anima heel hecht geworden. En heb ik ook wat meer vertrouwen in hem als therapeut gekregen. Echt waar.”
“Dus u wilt geen klacht indienen tegen de heer de Man?”
“Niet echt.”
“Neemt u het mij kwalijk als ik zeg dat ik u niet kan volgen. U wilt tegen de heer de Man wel of geen klacht indienen?”
“Nou een beetje. Kijk, zie. Het is dat hij. Ik bedoel R. die heeft alles...
“U verwijt de heer R. zijn optreden jegens u. Zijn overname, zijn collegiaal advies...”
“Nee, helemaal niet. Of wel, maar daar gaat het niet om. Als u nu...”
“Ik begrijp het, u wilt dat ik luister. Maar als u nu ter zake komt?”
Mevrouw M. zuchtte en haalde diep adem.
“Het gebeurde toen heer R. weer het initiatief nam. Hij liet ons allemaal naar zijn praktijkruimte komen. Ik, Anima, en heer de Man. We moesten tekenen.
En toen heeft hij mij laten slaan. Door de heer de Man. Me uitgekleed. Me vastgebonden. Me geblinddoekt. En me zelf gegeseld. Keer op keer. Waarmee? Waarmee niet? Een zweep, een pollepel, een mattenklopper, een cane en mijn god waarmee wel niet meer.”
De heer P. hoorde met ontzetting haar relaas aan, maar was zo wijs haar niet meer te onderbreken.
“Het was verschrikkelijk. Maar ik denk dat ik het er naar gemaakt heb. Ik heb ze uitgedaagd. Beide. Toch weet ik niet of...”
Mevrouw vermande zich.
“Maar daar gaat het niet om. Hij strafte haar ook. Mijn Anima. Hij kleedde haar uit. Helemaal. En sloeg haar, zo wreed...”
Mevrouw had zichtbaar moeite om verder te gaan.
“Hij sloeg haar. Gaf zelfs de Man opdracht om haar te slaan. Net zoals hij mij deed. Ook haar ketende hij vast. Ook haar blinddoekte hij. Ze was zo machteloos. Hij zo meedogenloos.”
Even was het stil.
“Weet u, ze is geen masochiste.”
“Sindsdien verstopt ze zich voor iedereen.”
“Zelfs voor mij.”

Het werd stil. Eindelijk was het hoge woord er uit. Haar bezorgdheid. Haar liefde. Haar boosheid op hem die dat alles zo makkelijk bruuskeerde.
Ook de heer P. zweeg.
Dacht na.
En stond vervolgens op, nam mevrouw M. bij de hand en leidde haar naar de behandelbank.
“Gaat u liggen mevrouw. Ontspant u zich. Goed zo. Sluit uw ogen..... Wat voelt u als ik...”
P. had naast haar plaats genomen.
En terwijl zij naar zijn woorden luisterde, haar ogen gesloten, keek hij hoe ze daar lag.
Haar boezem die duidelijk op en neer ging. Haar korte rokje, opgekropen langs haar dijen, haar.....




Marny

Laaiend Vuur

of: Mahler's vijfde symphonie


Ik lig op de bank in de praktijkkamer van therapeut P. Dokter P, zoals hij alom bekend staat. Ik luister naar zijn biologerende stem en geruststellend slaak ik een diepe zucht. Nu zal alles wel in orde komen. Deze dokter zal mijn Anima wel kunnen helpen. Hoewel …..? Vlak voordat ik mijn ogen sloot, zag ik hem kijken. Naar de rand van mijn rokje. En toen kwamen de twijfels van vanmorgen weer levensgroot naar voren.
Normaal gesproken legt mijn meester elke dag mijn kleding voor me klaar. Hij bepaalt wat ik draag en ik trek, zonder morren, aan wat hij heeft uitgezocht. Alleen, uitgerekend op deze dag, heeft hij me een keuzemogelijkheid gegeven. Voor het eerst in 15 jaar mocht ik kiezen welke outfit ik aan wilde trekken. Onvoorstelbaar. Hij had het op elk ander moment mogen doen, maar juist vandaag, op deze belangrijke dag, laat hij me kiezen. Hij had twee prachtige outfits uitgezocht, het ene bestond uit een paar naadkousen met jarretels. Daarbij een prachtige zwarte jurk met een split in de rok van hier tot Tokyo, en een decolleté, zo diep uitgesneden dat je je in de grotten van Han zou wanen. Stijlvol, maar wel uitdagend. Ik heb heel lang in tweestrijd gestaan, de jurk is zó mooi, het staat me zó goed. Maar uiteindelijk heb ik toch maar gekozen voor het andere setje, want ik wilde dokter P. vooral niet uitdagen. Hij mocht eens tot de conclusie komen dat mijn klacht ongegrond was. En dus trok ik het andere rokje aan. Bij elke stap ruist het rokje heen en weer langs mijn blote benen. Ik noem het vaak schertsend het bouwvakkersrokje omdat geen enkele bouwvakker het kan weerstaan. De fluitconcerten die ik hoor als ik langs loop, zijn ware uitvoeringen van Mahler's vijfde symphonie. Aah….
Ik dwing mezelf weer terug te keren naar het heden en kijk door mijn oogharen naar dokter P. Ongemerkt bekijk ik hem van top tot teen en een zacht gekriebel begint mijn buik te verwarmen. Hij heeft prachtige blauwgrijze ogen en hij komt als een vaderfiguur op mij over. Zonder dat ik het zelf besef, kom ik overeind en trek mijn knieën op. Als een klein meisje sla ik mijn armen om mijn benen heen en leg mijn wang op een knie. Ik kijk hem met grote poppenogen aan en vraag of hij iets voor mijn Anima kan doen. Ik leg hem nog een keer uit dat Anima geen masochiste is, maar behoefte heeft aan een strenge meester. Eentje die haar in haar nekvel grijpt en haar stevig tegen zich aantrekt. Die haar lichaam laat sidderen van anticipatie, aan wie ze zich helemaal kan overgeven. Een sterke meester die haar kan buigen, maar niet breken. Een man bij wie ze zich, net als ik nu, als een klein meisje veilig kan voelen. Een echte kerel die haar in haar oor fluistert dat ze van hem is, en dat hij alles met haar kan en zál doen. Een bink die haar naar al haar grenzen brengt, en er overheen laat gaan.
Aah ….
Terwijl ik aan dokter P. uitleg wat ik voor Anima wil, kruipt mijn rokje ongemerkt nog verder omhoog. Het randje van mijn broekje is nu zichtbaar en ik zie dat dokter P. zijn adem inhoudt. Een subtiel glimlachje komt op mijn gezicht tevoorschijn. Ik besef dat ik uiteindelijk toch de goede outfit heb aangetrokken. Met die sexy jurk had ik deze man nooit kunnen verleiden. Nee, het is juist dit korte rokje dat het hem doet.
De gloed in mijn buik is nu aangewakkerd tot een laaiend vuur ….




Paul Gérard

Herbeleving


Mevrouw M. ligt vredig op de bank. Merkwaardig toch hoe het vanzelfsprekende handelen van een zachtaardige therapeut werkt op vrouwen als M.
Zachtaardig, ach, het is een imago dat heer P. goed past.

De therapie vangt aan. Zijn stem is vriendelijk doch dwingend.
Stapsgewijs brengt hij haar terug naar de ervaring die zo traumatisch voor haar was. Eerst haar eigen kastijding. Hij laat haar eerst een voorstelling maken van het werkvertrek van R. Hoe zij daar binnen kwam. De heer R. die haar begroette. De aanwezigheid van de Man. Herkenning van haar vriendin. Hoe R. haar vervolgens benaderde.
Hij hoeft niet te weten wat daar precies gebeurde, het is voldoende dat zij het herbeleeft. De suggesties die hij haar doet, zijn voldoende.
Nee, hij weet niet wat zij daar heeft meegemaakt. En zolang die belevenissen door haar niet als traumatisch ervaren werden, wil hij ze ook niet weten. Want een beeld daarvan heeft hij al gekregen en dat beeld bevalt hem niet. Ze had zich moeten uitkleden, had ze hem verteld, en erger, ze had zich door hem laten geselen. Gebonden en geblinddoekt werd zij zelfs, had hij begrepen. Zij had daarin toegestemd.
Hij moet zelf onwillekeurig huiveren van een dergelijk beeld en ziet haar nu hetzelfde doen: ze was waar hij haar heen wilde leiden.

Hmm, maar niet alleen huiveren. Subtiel schuift haar bovenlip over haar onderlip. Haar lippen worden vochtig. Veroorzaakt door bewegingen van haar tong, weet hij. Wat zelf weer veroorzaakt wordt door een sterke sexuele stimulans. Opgeroepen door de gebeurtenissen die ze nu herbeleeft. Ach, vrouwen als zij zijn zo makkelijk te doorzien. Maar het vormt in ieder geval een aantrekkelijk beeld om naar te kijken, geeft hij toe. Hij heeft daar duidelijk een zwak voor.
Maar hij weet zich te beheersen.
Ze is nu gereed om teruggeleid te worden naar haar trauma. Hij vraagt haar te focussen op haar vriendin. Herinnert aan wat zij moest doormaken. Hoe zij zichtbaar leed. Hoe ze na afloop ineengedoken zat, in haarzelf gekeerd. Hoe zij ieder oogcontact met haar vermeed.
Onder haar oogleden ziet hij haar ogen heftig heen en weer gaan. Even lijkt het zelfs of zij hem aankijkt. De emotie van het verleden is echter te sterk. Ze huivert en weer kruipt haar rokje iets verder omhoog.
Zijn woorden komen nu als vanzelf, terwijl zijn ogen aan haar lichaam vastgekleefd zijn. Haar boezem gaat steeds heftiger op en neer. Haar dijen wrijven heel lichtjes langs elkaar. Het is echter het moment dat haar rokje zover opkruipt dat hij haar slipje zou moeten zien, dat zijn adem en zijn woorden stokt.

Maar M. merkt het niet. De herbeleving van haar trauma is te sterk. De wanhoop van haar vriendin is te voelbaar. M. wil haar troosten, maar is daartoe niet in staat. Haar vriendin’s wanhoop is te groot, ze sluit zich in zichzelf op.
Maar ze wil zo graag dichtbij haar zijn, haar helpen, meevoelen. Ze voelt zich schuldig over haar eigen opwinding zo juist. Had zij juist toen niet strijdbaar moeten zijn. Haar vriendin moeten verdedigen? Of in ieder geval moeten beseffen dat wat bij haar genot opriep, bij haar vriendin slechts pijn betekende?
Maar ze kon haar niet helpen. Toen niet en nu niet. Het enige wat ze kon doen, was voelen wat zij voelde.
Ze zag haar daar weer zitten, als een klein meisje. Ineengedoken, van de wereld afgewend. Armen om zichzelf heen geslagen. Kijkt, zonder te zien. Nee, het was niet alleen pijn wat ze voelde. Dat kon niet. Ook een onbereikbaar verlangen. Dat moest wel, dat kon niet anders.
Zonder het te beseffen komt ze overeind. Ze trekt haar knieën op. Legt haar armen om haar benen, haar wang op haar knie. En kijkt hem aan, met grote ogen.
“Help mijn Anima,” fluistert ze.

Maar hij luistert niet. Hij hoort niet dat zij vraagt om haar te helpen. Haar woorden hebben voor hem geen betekenis. Want hij ziet waar hij zojuist niet naar wilde kijken. Wat nu onmiskenbaar zichtbaar is. De rand van haar broekje.
Hij moet helder blijven denken. Hij is therapeut.
Hij moet luisteren:
“Een man bij wie ze zich, net als ik nu, als een klein meisje veilig kan voelen.”
Hij zucht.
Wederom gered. Want dit zijn voor hem bekende woorden, woorden waar hij al zo vaak mee gewerkt heeft.
Hij kijkt haar aan. En ziet dat ze gelijk heeft. Daar zit een klein meisje, hunkerend naar veiligheid.
Maar ze praat verder. Heeft het over een echte kerel die haar in haar oor fluistert dat ze van hem is, en dat hij alles met haar kan en zal doen.
Hij begrijpt het niet. Woorden en houding zijn met elkaar in strijd.
“Een bink die haar naar al haar grenzen brengt, en er overheen laat gaan.”
Ah, nu pas kan hij haar woorden plaatsen. Ze heeft het niet over zichzelf, maar over haar vriendin.

Hoe subtiel is ze. Bijna was hij meegegaan in haar verleidelijke pose van het kleine meisje die verlangt naar de sterke man. Maar hij realiseert zich bijtijds dat ze haar gevoelens transponeert. Dat ze haar eigen gevoelens plaatst in de personage van haar vriendin: klaarblijkelijk is het proces van overdracht heel sterk bij haar ontwikkeld. Iets waar hij zijn voordeel in haar therapie mee kan doen.
Vandaar de tegenstrijdigheid tussen haar houding van het kleine -maar oh zo verleidelijke- meisje in contrast tot de woorden van een sexueel geobsedeerde vrouw. Natuurlijk... overdracht.
Hij is weer therapeut, hij is weer bij de les. Net op tijd om haar definitieve verleidingsdaad te voorzien: haar rokje dat net nog een stukje verder opkruipt.
Oh, ze is geraffineerd, mevrouw M. Bewust dan wel onbewust, daar is hij nog niet over uit.
Maar dat ze dacht dat haar broekje daarvoor nog net niet zichtbaar was, dat weet hij zeker. Daarvoor is haar beweging te bewust onbewust.
Net zoals ze nu vermoed dat het dat wel is. Vrouwen weten dat soort dingen. Bewust dan wel onbewust. Maar voor een therapeut maakt dat niets uit.
Wat ook onmiskenbaar waar is, is dat hij nu het volle zicht op haar broekje heeft. Zo maagdelijk wit. Of ziet hij kleine vochtplekjes? Hij wendt zijn blik af want realiseert zich dat wat hij ziet ook bij hem een onbewuste reactie losmaakt: zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd.
Hij beseft dat zij ze ziet. Maar dat is niet erg. Als ze denkt dat haar verleiding op hem het gewenste resultaat heeft, maakt dat haar open en kwetsbaar.
Gereed om haar ziel te raken.

Hij gaat staan en draait zijn rug naar haar toe. Bewust iets nerveus. Laat haar maar denken dat ze succes heeft. Hij ademt diep in en uit. Dwingt zichzelf om tot rust te komen. Want, ook al bereikt ze waarschijnlijk niet waar ze op uit is, hij kan niet ontkennen dat ze hem in haar ban heeft. Veel meer dan hij eigenlijk bereid is toe te geven. Hij staart naar het portret van Freud aan de muur. Dat geeft hem kracht. En rust.
Hij gaat zitten en buigt zich naar haar toe. Het is weer de therapeut die spreekt:
“Je wilt zo graag een meisje zijn. Zo zie ik je ook hier voor me zitten. Je armen om je knieën geslagen, je wang op je knie. De aandoenlijke houding van een meisje, een klein meisje. Ook je ogen zijn de ogen van een klein meisje, mooie grote poppenogen. Vol onschuld en vol verwachting kijk je me aan.”
En, met een amper merkbare stemverheffing, maar even vriendelijk als daarvoor:
“maar je bent een slet.”




Marny

De Charlatan



En u mijnheer ….. bent een charlatan.
Ik draai me op mijn billen om, zet mijn voeten op de grond en recht mijn rug. Ik kijk met opgeheven hoofd en een peinzende blik in de richting van de muur waar zeven zilveren schilderijtjes hangen.
Waar zou hij die diploma’s vandaan hebben? Bij elkaar gespaard met zegeltjes? Of gratis ontvangen bij het pakkie boter? Ik moet er even om lachen. Die diploma’s ….., daar heeft hij járen voor moeten studeren. Bloed, zweet en tranen heeft het hem gekost om zover te komen. Híj, die alom gerespecteerd wordt door zijn collega’s. Híj, die geadoreerd wordt door iedereen die hem kent. Een charlatan? Ja natuurlijk is hij een charlatan. Hij heeft een hokjesgeest. Hij is net zo erg, misschien zelfs wel erger dan psycholoog R. Die bepaalde dat ik een masochiste was en dacht dat een flink pak slaag me wel goed zou doen. Deze dokter werpt één blik op mijn slipje en bepaald meteen dat ik een slet ben.
Ik schud heftig met mijn hoofd, alsof ik de wanstaltigheid van zijn woorden van me af wil schudden. Ongemerkt schuift mijn rokje iets hoger op dan mijn bedoeling was. Maar omdat ik zo graag wil bewijzen dat ik geen slet kán zijn, valt het me niet direct op. Dan zie ik dat hij weer naar het randje van mijn rok zit te staren. Het zweet verschijnt op zijn voorhoofd. Hoofdschuddend vraag ik me af of dat komt door het uitzicht op mijn dijen. Ik bekijk hem nu eens goed en realiseer me wat een klein mannetje het is. Zo groot is hij helemaal niet, ik kan me niet eens meer herinneren waarom hij indrukwekkend was. Hij is geen haar beter dan al die andere therapeuten, psychiaters en psychologen. Eén pot nat.

“Mijnheer, ik zal u bewijzen dat ik geen slet kán zijn. Ik heb u aan het begin meerdere malen geprobeerd duidelijk te maken dat ik geen rechten heb. Tijdens mijn huwelijksplechtigheid heb ik de gelofte van gehoorzaamheid afgelegd. En gelooft u mij, ik ben een heel gehoorzaam meisje. Hoewel ….”
Beschaamd buig ik mijn hoofd.
“Ik ben niet helemaal eerlijk geweest, dokter. Zo af en toe voel ik de drang om eens helemaal uit de band te springen. Meestal vindt mijn echtgenoot dat wel goed, zolang ik het niet al te bont maak. De laatste keer echter, ben ik iets te ver gegaan en daarvoor heeft hij me gestraft.”
Dan rollen ineens de waterlanders over mijn wangen en snikkend beken ik dat mijn echtgenoot me vanaf dat moment negeert.
“En toen begonnen de problemen. Want hoe langer hij me negeert, hoe geiler ik word. Ik kan er niets aan doen. Echt niet. Ik kan aan niets anders meer denken. Het is maar goed dat ik niet zonder slipje de deur uit ga, want ik zou werkelijk niet weten hoe ik voor anderen verborgen zou moeten houden, dat ik zo verschrikkelijk nat ben.”
Geschrokken van mijn eigen woorden vraag ik me af of mijn slipje op dit moment ook nat is.



reintoch





dit ‘verhaal’ is opgedeeld in 3 delen
voor het volgende deel: gebruik onderstaande link

verhalen maken dromen waar