home
spankingforum.nl
smverhalen.nl
Spanking & Sm Forum

Forum:
Welkom
SpankingForum
SM Verhalen
Spanking Verhalen
Overzicht & Uitleg

Zoek op:
verhalen om mee te beginnen   om mee te beginnen
Goud! prachtige en milde verhalen, eerste keus van de Beheerder  prachtig en mild
Verhalen met heel bijzonders volgens de Beheerder - glij over het pictogram om te weten wat    bijzonder
  spanking verhalen
verhaal pictogram
schrijversnaam
uitgebreid zoeken

Nieuw:
Afgelopen Week
Afgelopen 2 Weken
Afgelopen Maand

Handig:
Aanmelden
Log In
Log Uit
Wijzig Profiel
Site-etiquette
FAQ: veelgestelde vragen

Aanbevolen:
Erobird Boekenwinkel

sm & spanking verhalen & forum

Welkom
Forum
Verhalen
Spanking
Verhalen
  Verhalen
Zoeken
Boekwinkel
Aanmelden
Log In  Log Uit

Beoordeel dit bericht door een getal te selecteren. 1 is het slechtste en 5 is het beste.

    (Slechtste)    1    2    3    4    5     (Beste)

Begin van paginaVorig berichtVolgend berichtEind van pagina Maak een Link naar dit bericht (met rechter muisklik, kies: Snelkoppeling Kopiëren!)

Paul Gérard
Oppasser

Bericht Nummer: 30
Aangemeld: 04-2003


Beoordeling: 
Stemmen: 1

Gepost op zondag 29 februari 2004 - 08:26 pm:   


De persoonsvorm

Ik-vorm
Verreweg de meest gebruikte persoonsvorm in sm verhalen is de IK figuur (ik lees nu elders dat dat ook voor alle amateur-verhalen geldt), oftewel de eerste persoon.
En laat dat nou net de aller moeilijkste zijn.
Natuurlijk, ik begrijp dat verlangen wel om de ik figuur te gebruiken. Je bent zelf de hoofdpersoon in je verhaal. Veel verhalen zijn ook vooral het beschrijven van wat werkelijk gebeurd is (maar daarover in een andere bijdrage meer). Het is ook de meest directe manier om je als schrijver tot je lezer te richten. Maar is het daarmee verstandig?
Mijn antwoord daarop is heel stellig:
NEE.
Waarom?
Als je vanuit de ik-figuur schrijft, kun je alleen beschrijven wat de hoofdpersoon doet, ziet, voelt. En weinig schrijvers realiseren zich hoe groot die beperking is.
Daarnaast vereist een verhaal schrijven dat je distantie neemt van wat je wilt beschrijven. Een verhaal ìs niet het beschrijven van wat gebeurd is. Een verhaal is geen verslag. Een goed verhaal moet een mysterie zijn, veel onbeantwoord laten. Daarom zou het goed zijn om eerst te schrijven -bijvoorbeeld- vanuit de alwetend verteller (de volgens mij gemakkelijkste vorm) en pas daarna de ik-figuur.

Tot zover dit pleidooi om niet in de ik-figuur te schrijven. Eerst een voorbeeld waarin de ik-figuur wel prachtig is gelukt (ik wil in de voorbeelden zoveel mogelijk mijn eigen verhalen vermijden): “Een druppeltje genot”, van MisTique. Goed gelukt met name omdat de derde persoon, de Meester, hier vaak letterlijk aan het woord komt, en dus de ban van de ik-figuur breekt.

Jij-vorm
Welke andere mogelijkheden heeft de schrijver:
De jij/je/u vorm, de tweede persoon: je beschrijft heel direct de gevoelens van een ander. Strak volgehouden komt deze vorm niet vaak voor. Op deze site ken ik geen voorbeeld.

de verschoven ik-vorm
Wat vaker gebeurt, is dat je de ik-figuur daar tussendoor voegt. Immers Jij -ik dus- beschrijft de ander. Je schrijft wel vanuit een ik, maar de gevoelens van de persoon die je beschrijft, zijn in feite een ander.
Soms letterlijk door jij te gebruiken: “je bent stil. Je hoofd op je schouders, denk je aan ....” “Wreed”, van Hij Van Wie Zij Is is een mooi voorbeeld.
Maar soms komt het letterlijke “jij” niet eens voor. “Straffen in het Lang” van Meesteres Mistress is daarvan een voorbeeld.
Vaak wordt ze gebruikt bij verhalen vanuit de Meester. Veel van de “Boden op Slavin Eva” zijn geschreven in deze figuur.
Je zou deze stijl ook de verschoven ik-figuur kunnen noemen, omdat het ogenschijnlijk in de ik-figuur geschreven is.

Zij-vorm
Natuurlijk: de hij-figuur (of zij/ze natuurlijk), of de derde persoon. Het biedt alle mogelijkheden van de ik-figuur: het blijft heel direct, maar het is toch heel gemakkelijk even een stapje terug te doen. Je kunt nog steeds vanuit één persoon schrijven, maar neemt nu veel meer afstand en kunt gemakkelijker zijpaden bewandelen. Een mooi voorbeeld vind ik “Buk je”, van Anne.
Met iets meer afstand door ook het gebruik van de eigen naam: Willem-Jan in plaats van alleen “hij” is “Slavin van een onbekend merk”, van W.J. van Kethel. Let op: die W.J. is natuurlijk Willem-Jan.
Bij de verhalen in “De zaak Dieuwertje” van Phoenix, zie je dat hoewel consequent de derde persoon wordt gebruikt, elk verhaal òf vanuit Dieuwertje òf vanuit Evert wordt geschreven.

alwetend verteller
Dat zijn allemaal stijfiguren met duidelijk 1 persoon in de hoofdrol.
Bij de derde persoon kun je ook de hoofdpersonen laten wisselen. Je krijgt dan een bijzondere vorm van de derde persoon: de alwetend verteller. Je beschrijft wat je ziet op afstand. Soms komt er zelfs geen “hij” aan te pas: “de man eiste van het meisje dat zij zich overgaf”. Maar meestal ga je daarna over op hij en zij. “Hij bond haar vast. Zij verzette zich niet.”
Zorg er altijd voor dat duidelijk vanuit wie je schrijft, ook al wissel je voortdurend van aandacht. Dat kan zeker, maar doe het niet te veel, want dan breng je de lezer in verwarring, zeker als er meerdere hij’s of zij’s zijn.
De Piercing” van Diana is een mooi voorbeeld van twee personen, die zelfs vrij consequent bij naam genoemd worden. Dat geeft haast een soort van ritueel beeld.
Hij Van Wie Zij Is doet het weer anders in “Een Plechtigheid”: in het begin zijn er duidelijk een hij en een zij. Maar daarna worden ook andere personen ingevoegd, die we persoonlijk leren kennen. En sommige momenten alleen door hun observaties: zie aan het eind wat de ambtenaar alleen kon zien...
Geheel onpersoonlijk wordt de alwetend verteller in een verhaal als “Even Voorstellen”, en “Het Gebouw”. Verhalen die ogenschijnlijk nuchtere, afstandelijke beschrijvingen lijken te zijn. Maar ondertussen....

monoloog
De monoloog: een derde praat tegen de luisteraar. Je kunt steeds even een pas op de plaats maken door te beschrijven wat er gebeurt, met jou, de luisteraar. Tot mijn spijt zijn er geen gastschrijvers die in die vorm geschreven hebben. Een voorbeeld van mijzelf dus: “de Directeur”. Een variant hierop is dat er geen luisteraar is, maar een alwetend verteller.

dialoog
Een heel lastige. Maar als het lukt erg bevredigend. Je kunt natuurlijk daartussen stukjes alwetend verteller plaatsen. Of de aandacht naar 1 persoon verplaatsen. Veel van de “Denise!” verhalen zijn in deze vorm geschreven, bijvoorbeeld “Zafira”. Toch is daar steeds duidelijk één hoofdpersoon. Ook in mijn andere verhalen -ontdek ik nu- is er altijd één hoofdpersoon, hoewel dat soms behoorlijk op de achtergrond raakt. In “Klasse-Oudste” is de hoofdpersoon dan wel Juliette, maar krijg je toch ook veel over het innerlijk van Maartje te lezen. En “De Volgende” is zo nu en dan echt een een-tweetje.

De alwetende schrijver
Je richt je direct tot de lezers zonder dat je nu feitelijk de ik-figuur gebruikt. In feite is het letterlijk de schrijver die het woord neemt. Het is een zeer afstandelijke figuur. Maar als hij goed gebruikt wordt zeer relativerend en humoristisch. Lang volhouden is erg moeilijk. Hij Van Wie Zij Is maakt er heel even gebruik van (als motivatie waarom de plechtigheid toch verteld wordt) in “Een Plechtigheid”.

verhaal vertellen
Ook een variant is het vertellen van een verhaal. De “ik” of “zij” vertelt een verhaal. Daarbij ontstaat dus een verhaal in een verhaal. Zelf heb ik dat toegepast in “Schoolmeisje”, waarin naast veel dialogen ook de verhalen van Marjan en Moniek verteld worden.

verschillend perspectief
En tenslotte nog één vorm hier in het bijzonder aangehaald: het verschillend perspectief. Ik vind het zelf heerlijk om te beoefenen in “Het Instituut”. Hoe dezelfde gebeurtenissen vanuit verschillende mensen, verschillend optiek beschreven worden. Bij mij is dat de derde persoon. Maar het kan ook vanuit de eerste persoon: lees het prachtige “Yvette”, van Henk Voogel.


verhalen maken dromen waar